Geaflecht vierde deze avond het 40 jarig bestaan van de vereniging. Ruim veertig leden en niet-leden kwamen dit meevieren en luisteren naar een lezing van Koos Dijksterhuis. Maar allereerst werd het bestuur in het zonnetje gezet en bedankt voor hun grote inzet, vasthoudendheid en lange adem. Daarna was het woord aan bestuurslid Mary van der Graaf die een korte schets gaf van de Geaflecht historie en de huidige situatie.
Koos Dijksterhuis vertelde over de alledaagse maar o zo leuke spreeuw. Onverwoestbaar optimistisch, wijdbeens stappend over het gras op zoek naar hapjes, zo kennen we hem. Boeren waren maar wat blij met spreeuwen in hun grasland die de emelten als lekkernij opaten. Koos verbaasde zich hierover, want ook al lag hij op zijn knieën in het gras zoals een dia toonde, hij zag geen emelt en geen gaatjes. Spreeuwen zijn hier duidelijk beter in. Met hun ogen aan de voorkant van de kop kunnen ze diepte zien. En zij zien wel die kleine gaatjes waar emelten in zitten. Zodra de emelt is opgevist sluit het minuscule gaatje in de bodem zich.
Spreeuwen zijn bijzondere vogels. Want welke vogel neemt bloemen mee om het nest én zijn vrouwtje te versieren? De man maakt het nest, brengt er veren en bloemen in en dan mag vrouwlief het keuren. Soms vindt ze het niet mooi genoeg en smijt de hele boel eruit. Man is dan alleen maar fanatieker om een nest nog mooier te maken. Er wordt ook gedacht dat de bloemen in het nest zijn gelegd om te dienen als parasietenwerend middel, maar duidelijk is het niet. Er zijn spreeuwen die om die reden sigarettenpeuken in hun nest leggen.
Spreeuwen kennen we in de lente als gitzwarte metaalblauw-glanzende vogels. In de winter zijn ze gespikkeld. Eigenlijk zijn ze dan op hun best, want die witte spikkels zijn de nieuwe veren. Wij vinden de versleten spreeuw het mooist…..
Al vertellend kwamen er prachtige dia’s voorbij van diverse vogels, waar Koos ook het één en ander over te zeggen had. Zo zijn daar bijvoorbeeld de gierzwaluwen. Soms in een stevig gevecht gewikkeld met spreeuwen die hun nest willen kapen. Maar die twee snappen elkaars vechten niet. Gierzwaluwen hebben sterk ontwikkelde poten en vechten het sterkst wanneer ze op de rug liggen. Spreeuwen zitten daar met veel kabaal dan bovenop als een soort overwinnaar, maar uiteindelijk wint de onderliggende gierzwaluw, zo liet Koos in een filmpje zien.
En dan de zwarte specht, ook al zo’n imponerende jongen. Hoe zit dat met het raadsel van de specht die geen hoofdpijn krijgt van het hameren op de boom? Spechten hebben een lange tong. Deze zit binnen om de schedel gevouwen en kan naar believen worden uitgestoken voor het eten. Maar die kan de klappen niet incasseren. Bij het hameren met de snavel blijkt dat de ondersnavel een stukje vooruit geschoven wordt en knoerthard is. Daarmee timmert de specht en vangt de klappen op met zijn stierennek en zijn staart die tegen de stam gedrukt de kracht weg geleidt. Een vernuftig systeem, blootgelegd door onderzoeken op dode spechten en observaties van de hamerende specht.
Terug naar de spreeuw. De imitator ten top. Ze zingen liedjes, doen andere vogels na maar ook omgevingsgeluiden. Berucht is het voorbeeld van de spreeuw die een scheidsrechtersfluitje imiteerde en zo de hele voetbalwedstrijd in de soep liet lopen. Maar ze draaien hun poot ook niet om voor klassiek werk. Mozart schijnt een tamme spreeuw te hebben gehad die zijn composities netjes nafloot (of was het wellicht andersom??).
Op treinstations zijn regelmatig spreeuwen te vinden. De één vindt het ergerlijk, de ander ziet er het voordeel van. Want ze ruimen intussen wel de rotzooi van mensen op zoals voedselresten.
De schoonheid van een zwerm spreeuwen kent iedereen. Prachtige wolkenformaties die razendsnel van richting veranderen. Hun reactievermogen is heel snel. Ze lijken dicht bij elkaar te vliegen maar in werkelijkheid zit er gemiddeld een meter afstand tussen en de snelheid is 30 km p/u.. Vaak zie je in het gevlieg van de zwerm zwarte vlekken. Op dat moment draaien ze een kwartslag en zijn dus ‘meer’ in beeld. Roofvogels doen pogingen om de zwerm in te vliegen en een hapje spreeuw te pakken met wisselend succes.
Spreeuwen leven dicht bij de mens. Daarmee is ook de meest voorkomende doodsoorzaak helder: gepakt door een kat en dat overleeft een vogel zelden. In het bos vind je nauwelijks nog spreeuwen. De extensief bewerkte kleine perceeltjes landbouwgrond vlakbij bossen zijn verdwenen en daarmee hun voedselvoorziening.
Tot slot liet Koos een filmpje zien van een grutto kuiken, gewoon, omdat het zo vreselijk mooi is.
Lopend tussen boterbloemen, zuring en hoog gras pikt het kleintje hier en daar insecten weg. Zoals het zou moeten zijn.
Bestuurslid Agaath Arends sloot dit deel van de avond met een door haar zelf geschreven gedicht, wat u hieronder kunt lezen. Daarna was het tijd voor een hapje en een drankje.
Agaath Arends:
Na deze prachtige avond zullen we afsluiten met een gedicht. Het heet Tondelzwam. Ik gebruik de oude volksnaam i.p.v. de officiële naam tonderzwam. De tondelzwam is al sinds de prehistorie zo'n 400.000 jaar geleden door mensen gebruikt om vuur te transporteren en 'levend' te houden. Voor mij is het een symbool voor het vasthouden en doorgeven van warmte en liefde voor alles wat leeft.
Tondelzwam
In het bos lag een bemoste berkeboom
geveld door tondelzwam en storm
tondelzwam die het
vuur gevangen houdt
tot tijd en ruimte opengaan
de vlam oplaait
het stromen tussen al wat leeft
opnieuw begint
koester het vuur dat
gestadig warmte geeft
aan allen die ons na zijn
nabij of verder weg
nu is de tijd van doorgeven gekomen
de tijd van samenbrengen
voorbij de schok en de ontreddering
van oorlog en geweld
doorgeven van de aandachtige kennis
de samenhangen zichtbaar maken
het delen van de liefde voor al
wat leeft en waarde heeft
behoed de warmte in je hart
wijd open zijn de
verborgen wegen van de ziel
laten we die tesamen gaan