13 februari 2024
Een Terugblik op de lezing over de zeearend
De eerste lezing van Albert Draaijer hield hij zo’n jaar geleden voor een zestigtal 80-plussers, op deze dag was het reeds zijn tiende. Ditmaal waren er een veertigtal voornamelijk 60-plussers aanwezig om het verhaal van deze enthousiaste filmer aan te horen en in tegenstelling tot een toerende Madonna die steevast te laat begint, konden we met Albert om klokslag 20:00 uur beginnen nadat er eerst weer de nodige extra stoelen waren aangesleept.
Een zeearend in Fryslân is door de meeste aanwezigen wel eens gezien dus geen echte zeldzaamheid meer. Dit komt vooral door de goede broedsuccessen van de laatste jaren met alleen al in 2023 45 uitgevlogen jongen. Ondertussen vliegen er reeds zo’n 150-200 van deze “vliegende deuren” in Nederland rond.
Als nog potentiële broedvogel werd het dier in 2017 bij Koudum voor het eerst gezien. In 2018 werd een eerste poging gedaan op een oud Buizernest dat helaas mislukte doordat er rond Pasen te veel recreatiedruk was. Diezelfde ervaring is er ook op andere plekken. Heeft het dier zich eenmaal gevestigd, dan kan het wel een beperkte recreatiedruk doorstaan maar bij pas gevestigde
vogels kan een vastliggend schip of andere te dichte benadering door de mens er snel toe leiden dat het nest (te lang) wordt verlaten en de vrucht in de eieren afsterft.
De eerste jonge zeearenden
Het daarop volgende jaar (2019) was het -op en andere plek – wel raak en na het eerste ei eind februari gelegd te hebben, kon begin april het eerste jong bewonderd worden. Op een 275 meter van dat nest is dat bij Koudum vanaf een parkeerterrein waar reeds tallozen bewonderaars hebben gestaan. Deze plek bij “Galamadammen” ligt halverwege aan de weg tussen Balk en Koudum en is voor de liefhebber vrij makkelijk te vinden. Als camera gebruikt Albert een Nikon P1000. Dit zegt mij weinig maar even googelen leert dat deze camera een 125 x optische zoom heeft. Zo lang op de op zich nog grote afstand van 275 m de wind het beeld niet te veel laat bewegen, is met deze camera op die afstand een goed scherp beeld op mooie grootte realiseerbaar. Een tip voor de liefhebber dus!
Broeden en opgroeien
Een broedpaar is vrijwel het gehele jaar in de buurt van het nest aanwezig ook al worden er wel periodiek uitstapjes gemaakt. Rond deze tijd (medio februari) is een paar reeds druk bezig met het nest op orde te brengen, wordt er (vaak nogal luidruchtig) gepaard en worden er cadeautjes in de vorm van een zoet- of zoutwatervis uitgewisseld. Nadat de eieren zijn uitgekomen duurt het vaak nog even voordat de jongen boven de nestrand uitkomen. Als dat gebeurt, is het tellen geblazen. Is er 1, 2 of mogelijk zelfs nog een derde jong aanwezig. Zowel in Koudum als in Makkum waar Albert een ander nest intensief volgt, zijn meerdere keren 3 jongen groot gebracht. Voor de Zeearend is dit vrij uniek en het geeft aan dat er een goed voedselaanbod is. Met pullen van grauwe ganzen, meerkoeten en allerlei soorten vis, het waterrijke deel van Fryslân is over het algemeen goed voorzien van voedsel voor (de jongen van) deze predator. Het gebrek aan goede nestbomen is echter wel een probleem en
zelfs diverse natuurbeherende instanties hebben (helaas) nogal eens een natuurdoel waarbij hoge bomen minder passen….
Is er echter een geschikte nestplek gevonden dan zijn de jongen na 70 dagen van een gelijke grootte als hun ouders (de mannen wegen dan circa 6 kg en de vrouwen 7 kg) en vliegen de jongen rond hun tachtigste dag uit. Ook daarna worden de jongen vaak nog lang door de ouders gevoerd. Maar zo rond de jaarwisseling is dat echt gebeurd en worden eventuele nog aanwezige jongen weggejaagd. Dan begint er een nieuw broedseizoen voor de arenden en een nieuw filmseizoen voor Albert.