De Bosuil (Wâldûle)

Het is één van de mooiste geluiden in de herfstnachten: de roep van de bosuil. Een zingend OEH wordt gevolgd door een beverig, trillend OEHOEHOE. Er zijn mensen die het een eng geluid vinden. Immers, het wordt gebruikt in griezelfilms waar een uil te horen moet zijn. Eng, onheilspellend, of prachtig en herkenbaar? De meningen zijn verdeeld…..

Wonen en eten
De bosuil komt veel voor in Nederland. Een echte nachtelijke rover, maar géén roofvogel. Dat is omdat er ooit is afgesproken dat de uil onder een andere familie hoort (strigiformes) en roofvogels horen tot de acciptriformes en falconiformes. Het is dus gewoon een keuze die is gemaakt want evolutionair zijn uilen en arenden sterker aan elkaar verwant dan valken en arenden.(WRN)

De bosuil maalt er niet om. Zijn voedsel bestaat uit allerlei maten zoogdieren zoals muizen, maar ook konijnen en eekhoorns en vogels van klein tot groot (duiven). Daarnaast lust hij ook kikkers, padden, wormen, kevers en voor de afwisseling een visje. Om al dat gevarieerde voedsel te verschalken moet je toch wel de vaardigheden van een roofvogel hebben. Nu is de bosuil zeer goed toegerust voor het jagen. Hij moet het niet hebben van zijn ogen, maar jaagt volledig op gehoor. Een heel vernuftig systeem met oren die niet op dezelfde hoogte staan in zijn kop. Hij hoort 10 x beter dan de mens. Vanuit een hoge post lokaliseert hij zijn prooi en vliegt dan geluidloos naar beneden, op jacht naar een lekker hapje. En meestal raak!

Bosuilen wonen graag in oude loofbossen, parken en grote tuinen met oude bomen. Hun favoriete boom is de eik. Zijn prachtige verenkleed kleurt daar zo mooi bij, dat de mens grote moeite heeft om deze uil overdag op zijn rustplaats te zien. Het zijn de ultieme nachtdieren, overdag zie je ze niet. Bosuilen blijven hun leven lang in het gekozen gebied. Zijn leefomgeving bevindt zich in een straal van ongeveer 10 km rond het nest, daarbinnen blijven ook de jongen. Die zijn al net zo honkvast en moeten op een gegeven moment door de ouders worden weggejaagd, anders bleven ze gewoon thuis wonen. Jonge bosuilen zoeken hun eigen territorium nooit verder weg dan 50 km. van hun geboorteplek.

Trouw aan territorium en trouw aan elkaar
Omdat het van die honkvaste dieren zijn, is hun territorium erg belangrijk. Wij mensen zetten heggen of hekken rond onze tuin, de bosuil gebruikt zijn stem als grensbewaarder. Binnen zijn gebied nemen de eerste 50 meter vanaf het nest een bijzondere plek in. Daar wordt geen geluid gemaakt. Man bosuil roept vanaf de rand van dit gebied naar het vrouwtje. Het vrouwtje houdt vanaf deze rand kontakt met de man wanneer hij op jacht is. Ze roept dan ‘wiek wiek” en man belt terug met een ‘ewiek’ roep. Is er gezinsuitbreiding, dan roept vrouwtje  wel binnen dit stiltegebied. Ze moet immers manlief naar het nest lokken met een prooi voor de kleintjes. Het broedhol is zo belangrijk voor bosuilen dat ze zelfs in slechte voedseljaren ter plekke blijven. Ze slaan dan het broeden over of stellen het uit tot betere tijden. (uit de strandloper, J. van Dijk, `1975).

Een stelletje bosuilen blijft hun levenlang bij elkaar. Dat doen dieren wanneer het hen voordeel oplevert. In dit geval is het voordeel dat ze vroeg kunnen beginnen met gezinsuitbreiding.  Ze gebruiken vaak weer hun oude nest, doen samen het werk en hebben beide meer kansen op het krijgen van jongen. Ze kennen elkaar goed en  krijgen steeds meer ervaring in het opvoeden.   Manlief maakt zijn vrouwtje wel het hof door te roepen in het najaar. Dat is meer een boodschap naar andere bosuilen toe: pas op, vrouw is bezet! Maar ze zijn niet bezig met uitgebreide hofmakerij. Scheelt tijd en energie.

Overleven
Vrouwtje legt 2 tot 5 eieren. Het nest in een boomholte of nestkast, wordt niet netjes bekleed maar bestaat uit een bodem van braakballen of houtmolm. Vanaf het eerst gelegde ei gaat het vrouwtje meteen broeden. Er zit dan ook flink wat verschil tussen het eerste en laatste uilskuiken. Ze leren meteen al te vechten voor hun eten en onder het motto van de sterkste wint, delven geregeld de kleinste kuikens het onderspit. In hongerige tijden worden ze zonder pardon opgegeten door hun oudere broers of zussen. Overleven is alles wat hen drijft. Zo denken ook de ouders er over. Wanneer het grootste kuiken na 3 maanden vliegvlug is, begeleidt moeder uil  het naar de rand van het “stilte territorium”  om zijn wereld uit te breiden. De andere jongen moeten deze rand op eigen kracht zien te bereiken. Enkele weken na het uitvliegen lijkt de bedelroep van het jong erg op de roep van een volwassen bosuil. Ouders herkennen het jong dan niet meer en zo  zorgt de natuur er voor dat ze het jong verdrijven uit hun territorium.

In de rustige winterperiode zijn juist de bosuilen druk in de weer met territorium verdedigen, paartjes vormen, nest zoeken en zorgen voor nageslacht. Voor de mens is het de beste tijd om deze mooie uil te volgen. De relatie bosuil-mens is afstandelijk, bosuilen houden zich liever schuil. Komt een mens te dichtbij hun nest en hebben ze jongen (februari-mei), dan schroomt de bosuil niet om de aanval in te zetten.  Logisch, ze moeten hun kuikens beschermen en dat doen ze goed.

Er zijn ongeveer 4500-5500 (2013-2015, Sovon) broedparen in ons land. De bosuil is een beschermde vogel, gelukkig maar. De late herfstavond zou niet meer hetzelfde zijn zonder die prachtige roep.

Overzicht: Vogels