Dwergmuis
Een dwergmuis (Micromys minutus) komt veel voor in Europa. Je vindt ze niet in hooggebergten, in Scandinavië, Schotland en IJsland en ook niet in Italië en Spanje. Het is het kleinste muisje van Europa. Hij is 50-80 mm lang, de staart is 45-75 mm en hij weegt 4-12 gram.
Klimmers
In Nederland komt de dwergmuis bijna overal voor. Hij leeft in hoog gras, graan- en rietvelden, maar ook in struikgewas, kreupelhout e.d. In de winter verstopt hij zich wel in strobalen of graanschuren. Dan zijn ze overdag actief, terwijl ze in de zomer dag en nacht op pad zijn. Ze kunnen heel goed klimmen, zelfs van rietstengel naar rietstengel. Is er gevaar dat laten ze zich meteen op de grond vallen. Dwergmuizen eten zowel jonge plantscheuten, granen, bessen etc. als insecten, larven. Afhankelijk van het seizoen. Hij moet dagelijks zo’n 1/3 van zijn lichaamsgewicht eten omdat hij zo actief is.
Veel muizen
Nestjes bouwen ze vaak in ruigtes en tussen rietstengels, op 1 meter hoogte. Ze leven solitair, zoeken alleen in de paartijd een partner. Die periode is van april tot oktober. Na de paring jaagt het vrouwtje de man weg. Er worden gemiddeld 5 muisjes geboren, die na twee maanden geslachtsrijp zijn en ook meedoen met de voortplanting. Zo kunnen er in een seizoen wel vier generaties dwergmuizen bijkomen.
Dwergmuizen worden gemiddeld 1-1,5 jaar oud. In gevangenschap kunnen ze 5 jaar worden.
Overzicht: Zoogdieren