Grote Zilverreiger (Grutte Wite Reager)

Wit met een kleurtje
Met hun prachtige witte verenkleed vallen de grote zilverreigers wel op in de natuur. Of ze nu in een weiland zitten, aan de rand van een meertje of langs een sloot, je ziet ze meteen.  Het is een grote vogel, 85-102 cm en spierwit. Bijzonder is dat zijn snavel en poten tijdens de broedperiode korte tijd een andere kleur krijgen.  De gele snavel wordt zwart, de zwarte poten worden rood. In de broedtijd wil iedere vogel er op z’n paasbest uitzien, om de vrouwtjes te versieren. Ze dragen hun prachtkleed, hun mooiste uitdossing. De grote zilverreiger krijgt naast de verkleuringen ook nog lange, dunne sierveren langs de schouders. En zo is de baltstijd er eentje van veel uiterlijk vertoon.

Mode en vogels beschermen
Niet alleen de grote zilverreiger zelf wil er mooi uitzien, ook mode gevoelige mensen pronken graag. Eind 1800-begin 1900 was het voor de dames modern om een dode vogel (kleine stern bijvoorbeeld) of witte veren op hun hoed te dragen. De veren van zilverreigers waren zó populair, dat daarvoor honderdduizenden witte reigers werden afgeslacht. Zo erg zelfs dat lokaal deze reiger dreigde uit te sterven. Dit vonden veel mensen onacceptabel. Om de vogels een bescherming te bieden, werd in 1899 de vereniging ter bescherming van vogels opgericht. De voorloper van de vogelbescherming. Die noeste werkers van het eerste uur presteerden het om in 1912 alle wilde vogels in Nederland beschermd te krijgen! Dankzij deze beschermde status en het feit dat de verenhandel werd verboden, is de zilverreiger met een gestage opmars bezig.

Vanaf 1976 is deze trekvogel jaarlijks te zien in Nederland. In 1978 werd het eerste broedpaar gesignaleerd. Vanuit zijn oorspronkelijke leefomgeving in Zuid- en Oost Europa, nestelt hij nu noordelijker, in Zweden en naar het westen toe in Engeland. In Nederland zijn de Oostvaardersplassen de belangrijkste broedplek, maar ook in andere gebieden als de Wieden, Lepelaarsplassen, Makkumer Noordwaard en Krammer Volkerak broeden ze. De opmars van de grote zilverreiger is te danken aan de beschermde status maar zeker ook door ontwikkelingen als Natura 2000 gebieden, klimaatsveranderingen en overige habitatverbeteringen. Vanaf 2017 staat hij niet meer op de rode lijst.

Trekvogel en standvogel
De grote zilverreiger is niet meer enkel een trekvogel . Er broeden volgens tellingen (Sovon, 2022)Jaarlijks 300—340 paren in ons land,  die hier jaarrond blijven als gevolg van de zachtere winters.  Het aantal wintergasten wat in september, oktober de kou in Oost-Europa (Polen, Oekraïne) ontvlucht  en hier in ons land voldoende voedsel kan vinden, is ongeveer 16.500 (2021). Maar de zilverreiger is een flexibele vogel. Wordt het hier alsnog veel te koud en is voedsel  daardoor moeilijk te verkrijgen, dan trekken ze door naar zuidelijke gebieden. Dit in tegenstelling tot de blauwe reiger, die hier blijft en het risico neemt van een strenge winter met voedseltekort. Voordeel is dat ze in het voorjaar het eerst bij de beste broedplekken zijn.

De grote zilverreiger  broedt (april-juni) in kolonies in rietmoerassen, randen van meren en plassen en langs rivieren. Hij maakt een nest op de grond en heeft daarvoor flink wat riet nodig. Maar ook broeden ze in bomen, zoals wilgen. In  de winter verspreidt de zilverreiger zich meer over het land. Je ziet ze in voedselrijke  graslanden en langs/in sloten foerageren. ’s Winters eten ze veel muizen. De grote zilverreiger is een prima muizenjager.  Hoofdvoedsel jaarrond is vis, aangevuld met kikkers, mollen, kleine vogels en muizen.

Reigerfamilie
In Nederland is de blauwe reiger een bekende verschijning. De jachtmethodes van de ‘blauwe’ en de ‘grote’ verschillen enigszins. De blauwe reiger blijft langdurig stokstijf langs de slootkant staan , de grote zilverreiger is meer een lopende jager. Hij stapt langs de waterkant, in  de sloot of door het grasland om prooien te zoeken, en staat stil als hij een slachtoffer ziet.  Als er een grote zilverreiger is, is er ook een kleine zilverreiger. Die zie je minder in Nederland en al helemaal niet in het binnenland.  Je kunt ze aantreffen in het zuidwestelijk deltagebied en de wadden. Dus ook in zoutwatergebieden. Ze zijn kleiner en drukker, rennen en springen door slootjes en kreekjes op jacht naar vis.

De grote zilverreiger is zich er -net als alle levende wezens- van bewust dat de soort in stand moet worden gehouden.  In het voorjaar wordt er een vrouwtje gezocht waarbij de man in zijn prachtkleed volop aan het baltsen is. Nestbouwen en broeden gebeurt in kolonies. Het vrouwtje legt met tussenpozen van twee dagen 3-4 eieren. Na ongeveer 25 dagen komen de jonge kuikens uit het ei en worden vervolgens op het nest door beide ouders gevoerd.  Als ze een week of drie oud zijn, klimmen en klauteren ze al uit het nest en maken kleine uitstapjes. Na 40-60 dagen zijn ze volgroeid.  Ze verlaten in de herfst hun ouders. De grote zilverreiger heeft één legsel, maar mocht dit legsel verloren gaan dan beginnen ze opnieuw. De oudst bekende grote zilverreiger werd 22 jaar. Alle tijd om volop te genieten van deze statige, witte verschijning.

Overzicht: Vogels