Huismus (Mosk)
Wie kent deze brutale rakker eigenlijk niet? Het is een van de meest algemene vogels die we hier kennen. Waar mensen wonen, voelt ook de huismus zich thuis. ’s Winters zijn ze op voederplaatsen zeer actief en nadrukkelijk aanwezig en ze zien er niet tegen op om andere vogels te verdrijven, zelf vogels die vele malen groter zijn dan zijzelf. Het zijn echte standvogels die zich in hun leven maar een paar kilometer verplaatsen. 
Het mannetje huismus heeft een grijze kruin en stuit, buik en wangen zijn wittig. Verder zijn een zwarte keelvlek en in de broedtijd de zwarte snavel kenmerkend. De vogel lijkt wel wat op de ook vrij veel voorkomende ringmus, maar de huismus mist de zwarte wangvlek, de bruine kruin en de witte halsring. Het vrouwtje huismus is wat lichter en saaier van kleur.

Het overdreven grote nest van de huismus vindt men meestal onder dakpannen, maar ook wel een enkele keer in een nestkastje of in scheuren in muren, in de klimop e.d. Door het steeds gladder en strakker afwerken van de moderne huizen en tuinen verliezen de huismussen. U kunt de huismus helpen door broedgelegenheid aan te bieden door zogenaamde mussen nestkasten op te hangen. Eet voornamelijk zaden waardoor hij geruime tijd als schadelijk te boek stond. ’s Zomers wil de huismus ook nog wel eens insecten aan zijn menu toevoegen. Langzaam vliegende insecten kan hij nog wel eens verschalken maar vlinders zijn deze, van oorsprong zaadeter, al gauw te snel af. De onhandige manier waarop huismussen achter insecten aan zitten is vaak een komisch gezicht.

Overzicht: Vogels