Levendbarende hagedis
Fries: Lytse gêrskrûper

De Levendbarende hagedis vinden we in een geheel ander biotoop dan de overige leden van zijn familie. Hij geeft de voorkeur aan een meer vochtige biotoop zoals laagveen, kaalslagen in bossen, sompige weidegronden en moerassen. Hij gaat zelfs het water in om zijn vijanden te ontlopen. De kop-romplengte is 4-7 cm en de totale lengte – met intacte staart – kan 18 cm worden, maar is meestal kleiner. Het dier is onopvallend bruinachtig-grijs van kleur, met lichte en donkere lengtestrepen. De rug is vaak bezaaid met donkere en lichte vlekjes. De buik is bij mannetjes oranjerood met veel zwarte vlekjes, bij vrouwtjes geelwit of okerkleurig met weinig en kleinere vlekjes. Er zijn echter uitzonderingen. Ook zwarte exemplaren komen voor (melanisme). Zelfs zijn eens een aantal blauwgekleurde exemplaren op de ’Lippenhuisterheide’ in Fryslân gevonden.

Verspreiding
De Levendbarende hagedis komt in heel Europa voor, met uitzondering van het Middellandse Zeegebied. De zuidoost-grens van het areaal ligt in noord-Italië, zuid-Joegoslavië en Bulgarije. Noordelijk strekt het areaal zich uit tot aan de Poolcircel, met uitzondering van IJsland. In ons land komt het dier vrijwel uitsluitend voor op zandgronden van het pleistocene deel van Nederland.

Levenswijze
In maart ontwaakt de Levendbarende hagedis uit zijn winterslaap, die wordt gehouden in grote gras- en zeggepollen, oude zoogdierholen, onder boomstronken e.d. Mannetjes en jonge dieren komen eerst te voorschijn, enkele weken later verschijnen ook de vrouwtjes. Waarom mannetjes zo vroeg zijn is nog niet geheel duidelijk, maar er wordt vermoed dat vroeg zonnen de aanmaak van zaadcellen bespoedigd. Dit geldt overigens voor al onze reptielen. De paartijd is meestal in mei en de jongen worden drie maanden later geboren.

Levendbarend
Zoals de naam al doet vermoeden baart deze hagedis levende jongen. Een gevolg daarvan is dat de lichamen van zwangere vrouwtjes in de maanden juni en juli nogal opgezwollen zijn. Aangezien het bij zich gedragen legsel meer dan de helft van het eigen gewicht kan bedragen, mist het dier veel snelheid en gedraagt zich zo onopvallend mogelijk. Het grote voordeel van het levendbarend zijn is dat het verspreidingsgebied zich tot de poolcirkel kan uitstrekken. De pas geboren diertjes zijn verpakt in een doorschijnend vlies, waar ze direct of na langere tijd uitbreken. Het aantal jongen varieert van drie tot elf, hoewel soms grotere legsel worden geproduceerd. De diertjes zijn donkerbruin tot zwart van kleur met een metaalachtige glans. De kopromp-lengte bedraagt 20 tot 24 mm en het gewicht is ongeveer 0.2 gram. De jongen zijn het evenbeeld van de ouders en staan direct op eigen benen. Van ouderzorg is immers geen sprake. Voor het winterseizoen invalt, kunnen de diertjes nog 10 mm groeien. Na twee winters zijn de jongen geslachtsrijp. In de vrije natuur kan deze hagedis een leeftijd bereiken van 9 jaar, maar gemiddeld halen ze 3 tot 4 jaar. Vrouwtjes worden vaker iets ouder dan mannetjes.

Voedsel
Het voedsel van de Levendbarende hagedis bestaat uit vliegen, bladluizen, wantsen, spinnen, hooiwagens, cicaden en kortschildkevers.

Autotomie
Al onze hagedissen kunnen bij het beetpakken hun staart loslaten. Dit wordt autotomie genoemd. Zo gauw een belager – of dit nu een mens of dier is – de hagedis ruw beetpakt, is de kans groot dat het zijn staart afwerpt. Door spierconcentraties blijft de afgeworpen staart nog enige tijd heftig bewegen, waardoor de aandacht wordt afgeleid van de hagedis. Het dier krijgt daardoor vaak de kans om te ontsnappen. De nieuw gevormde staart is meestal korter en dikker, heeft een andere kleur en bestaat voornamelijk uit kraakbeen. Een enkele keer groeien er meerdere staarten uit de overgebleven stomp.

Vijanden
Al onze hagedissen hebben tal van vijanden. Zo kunnen van de vogels stootvogels, steltlopers, Klauwier, Fazant en loslopende kippen worden genoemd. Merel en Lijster doen zich wel te goed aan jonge hagedisjes. Van de zoogdieren zijn dat Egel, Bunzing, Hermelijn en Wezel. Van de slangen Gladde slang en Adder. Jonge hagedisjes vallen ook ten prooi aan soortgenoten, kikkers en padden. Ook verwilderde katten kunnen geduchte predatoren zijn.

Bescherming
Hoewel de Levendbarende hagedis nog niet op de Rode Lijst is geplaatst, zal dit vermoedelijk niet lang meer duren. De in de vorige eeuw nog als algemeen aangemerkte hagedis heeft het momenteel erg moeilijk. Dit komt vooral door verdroging en versnippering van zijn leefgebied. Ook beheersmaatregelen in natuurgebieden zoals te intensieve begrazing of het maaien van de vegetatie kunnen desastreus voor de hagedis uitpakken.

Jelle Hofstra

Overzicht: Reptielen