17 maart 2024
Lezing biodiversiteit door vader en dochter Ter Voort 

Op deze avond presenteerden vader (Timo) en dochter (Sigrid) ter Voort een interessant verhaal over biodiversiteit en pesticiden.

De insteek van senior – die als extern medewerker is verbonden aan de Friese Milieu Federatie (FMF) en  daarbij onder andere de communicatie tussen overheid, groene organisatie en de burger voor zijn rekening neemt – was vooral hoe een individu zelf inhoud kan geven aan het verhogen van de biodiversiteit in zijn eigen omgeving. Op zich is dat wel een verfrissende insteek want we kunnen als individu (terecht) makkelijk kritiek hebben op allerlei zaken die mis gaan op het gebied van de biodiversiteit maar wat kunnen wij nu zelf doen? Het is daarbij o.a. van belang dat we goed weten wat biodiversiteit in de kern is. Simpel gesteld is het de optelsom van de aanwezige flora en fauna in een bepaald gebied. 

Meer biodiversiteit op grote schaal. Zeker zinvol, maar thuis kan het ook.

De aard van het gebied bepaalt daarbij ook sterk of die biodiversiteit groot of klein is en/of groot of klein kan zijn. Zo kunnen unieke biotopen weinig variatie laten zien in het aantal soorten dat er voor komt. Denk bijvoorbeeld aan een stuifzand. De soorten die daar voorkomen zijn echter vaak wel weer uniek. Biodiversiteit is daarmee wel een begrip waar met “beleid” mee omgegaan dient te worden. “Meer biodiversiteit” betekent niet per definitie “beter” daar juist kritische soorten vaak specifieke eisen aan hun leefomgeving stellen.

Veel soorten zijn de afgelopen tientallen jaren onder druk komen te staan doordat de variantie van hun leefgebied is afgenomen; een divers en vitaal leefgebied is omgevormd in een monocultuur. Daardoor zijn soorten als bijvoorbeeld weidevogels of dagvlinders sterk afgenomen. Monoculturen als eikenlanen kunnen voor  sommige soorten als de Eikenprocessierups juist weer uitstekende mogelijkheden bieden om te floreren. Door de regelmatige afstand tussen de bomen kan op elke stam de zon schijnen en het blad geeft de rupsen volop te eten.

Het is ook niet zo dat alle soorten zijn afgenomen. Soorten als de Ooievaar, Krakeend of Boomklever doen het juist uitstekend. Als we echter naar alle soorten kijken, zien we wel degelijk een teruggang in het aantal soorten en het aantal individuen per soort.

De mate van varianties of overgangen in een bepaald gebied bepaalt daarbij sterk de mogelijkheden om voor plant of dier die omstandigheden te scheppen waaronder de soort kan floreren. Het milieu van stad en dorp waar de meeste mensen toch wonen, biedt daarvoor ook volop kansen.

Meer biodiversiteit kan door een gesloten terras te ontstenen. Hemelwater kan inzijgen en flora krijgt nieuwe groeiplekken.

Een aantal tips voor een natuurinclusieve samenleving zijn daarbij:

  • Pas materiaal uit de regio toe
  • Gebruik inheemse/streekeigen soorten
  • Gebruik geen pesticiden of kunstmest
  • Werk kleinschalig/extensief
  • Werk gefaseerd in ruimte en tijd
  • Creëer variaties/overgangen
  • Realiseer verbindingen/migratiemogelijkheden
  • Voeg water toe (als voor vogels of insecten)
  • Voeg zandbadmogelijkheden toe
  • Etc.

Een veel uitgebreidere lijst met tips is o.a. te vinden op: www.biodiversiteit.frl

Na de pauze richtte de presentatie van Sigrid ter Voort, die tegenwoordig als projectmedewerker ook aan de FMF is verbonden, zich met name op hoe we het gebruik van pesticides als burger kunnen verminderen. Opvallen in haar verhaal was o.a. mierenlokdoosjes soms op zo’n grote schaal worden gebruikt dat het giftig bestanddeel in vrij hoge concentraties in het oppervlaktewater kan worden vastgesteld.

Angst is bij het gebruik van pesticiden vaak een grote drijfveer. De big-4 van wat bestreden moet worden bestaat daarbij uit:

  • Onkruid
  • Bladluizen
  • Slakken
  • Mieren

Wil je bepaalde soorten toch bestrijden, kijk dan eens bij de producten die op de “groene klimaatpleinen” van veel tuincentra tegenwoordig verkocht worden. Die producten bieden vaak de mogelijkheid om met veel minder agressieve producten toch goed resultaten te bereiken. Ook meer onschuldig ogende stoffen als natuurazijn of zout tegen bijvoorbeeld algen op het terras zijn vaak niet bepaald onschadelijk daar ook deze stoffen milieuvreemd en agressief zijn.