7 april 2024
Excursie Noarderleech
Met twee auto’s en 7 personen rijden we van de Skâns naar het Kweldercentrum bij Hallum. ( info centrum van het Fryske Gea ). Aangekomen aldaar, treffen we ‘de vroege vogels’ van onze ‘Geaflecht familie’.
Het centrum
Binnen het centrum worden we hartelijk welkom geheten door de twee gidsen die ons vandaag rond gaan leiden. Het centrum is onbemand, en wordt ‘s morgens om 9 uur geopend en ‘s avonds om 5 uur gesloten. Binnen zijn WC’s , een gezellige zithoek met muntautomaat voor een kop koffie of thee. Verder heeft het een sobere aankleding, opgepimpt met opgezette meeuwen, hangend aan touwtjes van het plafond, en geschilderde taferelen betreffende het wadden landschap.
Op een rij tafels staan, voor het educatieve doel, potjes met bloemen, eieren en dergelijke. Zet je zo’n potje op een verlichte schijf, dan verschijnt de naam van de inhoud op een scherm.
Naar buiten
Na een verhaal van de gidsen over het centrum en het Fryske Gea, nemen ze ons mee naar buiten de dijk op ( de waker ) en via het toegangshek met veerooster de kwelder op. Er wordt nog gewezen op het nummer op de hekkenpaal , onthoud dit nummer, mocht je dan tijdens omzwervingen verdwalen, dan kan een ieder die daar bekend is je weer terug loodsen. Alle toegangshekken hebben een nummer. De gidsen doen tijdens de tocht hun verhaal, maar zijn door de harde wind niet voor iedereen goed te volgen. Het is broedseizoen en dus is de toegang beperkt tot de paden die gemarkeerd zijn door palen met een gele band. Buiten het broedseizoen is de kwelder vrij te betreden.
Verhalen uit het gebied
Het eerste deel van het pad is een in de oorlog bestraat weggetje, aangelegd met duitse klinkers die met een rondje gemerkt zijn. Dit weggetje werd gebruikt om naar een observatie post te komen, vanwaar de resultaten van de door de ‘Luftwaffe’ afgeworpen oefenbommen op doelen te zien was. Eén van de piloten heeft, door een foute manoeuvre, zichzelf meters diep de wadbodem ingeboord. Dit jaar wordt geprobeerd hem weer op te graven. Rechts van het weggetje wordt ons gewezen op de ‘dobbe’ , waar destijds bij een onverwachte overstroming een grote kudde paarden hun toevlucht hebben gezocht. De redding van hen door middel van ruiters te paard, is destijds op TV getoond. Ik veronderstelde altijd dat een dobbe een kuil gevuld met water was zoals bij ons bv de pingo’s. Maar hier is het een verhoging. (met in het centrum een dobbe ?)
Voor het drenken van het vee zijn op de kwelder, op geregelde afstand van elkaar, betonnen drinkbakken aangelegd die aangesloten zijn op het leidingwater.
Wat hebben we gezien?
Ondertussen zien we grote groepen brandganzen (pauwguozzen) met daar tussen enkele rotganzen (rotgoes). Daarnaast ook kieviten, scholeksters, grutto’s en als toetje de leeuweriken. We treffen verder op de route een ‘vogelkijkhut’ , deze is o.a. aangelegd met een cortensstaal wand, voorzien van kijk-sleuven. We hebben uitzicht op een aangelegd eilandje met schelpen, om broedgelegenheid te geven aan kluut, scholekster, visdief enz. Helaas op dit moment geen van allen te zien. Tijdens de excursie wordt ons van alles verteld over de dynamiek van het wad, de slenken, de vegetatie, hoe belangrijk het eb en vloed gebeuren is voor de trekvogels op hun tocht van het noorden naar overwinteringsgebieden, de stijging van de zeespiegel, de daling van het vaste land en de daarbij optredende verzilting van het bouwland. Terug bij het centrum van het Fryske Gea, worden de gidsen elk een ‘pûde’ met BIO produkten aangeboden als dank voor hun vrijwillige inzet om ons van een uniek gebied te hebben doen genieten. Onder het genot van een deel van een chocolade paashaas ( bedankt Gelbrigje), gaan we tevreden weer huiswaarts.
Mei freunlike groet,
Harm van der Duim