Turkse tortel (Turkske toarteldo)
Een succesverhaal; werden er in 1950 nog maar 1-5 paren Turkse tortels waargenomen, anno 2000 zijn er in Nederland meer dan 100.000 paren. De vogel houdt zich bij voorkeur op in de buurt van de mens: struik- en boomrijke steden en dorpen zijn dan ook voornamelijk zijn domein. Hij is kleiner dan een tamme duif. Zittend is hij van aanzien overwegend zandbruin van kleur met een opvallende zwarte band om de nek. In de vlucht valt de lange staart op met een zwarte basis en wit uiteinde. Opvallend is de baltsvlucht. Wie er een beetje oog voor heeft, kan dit prachtige schouwspel in de nawinter regelmatig aanschouwen.
Vanaf een hoge zitplaats (liefst een antenne) vliegt de Turkse tortel, met veel geklepper van de vleugels en luid roepend, schuin omhoog om met gespreide vleugels en staart weer terug te keren op de zitpost. Broedt meestal in de onmiddellijke nabijheid van bebouwing in klimop of conifeer. Het als regel gammele nest is vrij moeilijk te vinden. Deze vogel heeft in het algemeen een lang broedseizoen, zelfs in de winter kan men hem broedend aantreffen. Dit verklaart waarschijnlijk ook het succes van de soort
Overzicht: Vogels