De verspreiding van de Gladde slang in Fryslan, uitgezonderd de Fochteloerveen

Wim Andela

Op 28 september 2002 vonden Albert Sytsma uit Rijs en ondergetekende op twee verschillende locaties op de Duurswouderheide juveniele Gladde slangen Coronella austriaca. Op de eerste locatie, een hoge richel begroeit met Struikheide en Pijpenstro, werd eerst een dode juveniele mannelijke Gladde slang gevonden van ongeveer 11 cm lang. Op ongeveer 25 meter van deze plek verwijderd vonden we twee juveniele mannetjes die tegen elkaar aan lagen. De lengte was gelijk aan die van het dode dier. Verheugd als we waren met deze bijzondere vondst gingen we verder op zoek naar de Gladde slang. Op ongeveer 500 meter van deze locatie verwijdert en eveneens op een verhoging in het terrein, aan de rand van hoge struikheide, vond Albert opnieuw een juveniele Gladde slang. Ditmaal betrof het een vrouwtje. Na enkele foto’s te hebben gemaakt als ’ bewijs’ van voortplanting van deze slang op de heide van Duurswoude, zochten we verder. Op ongeveer 30 meter afstand van het juveniele vrouwtje lag nog een vrouwelijke Gladde slang. De eerste twee levende jongen werden ’s ochtends om 10.15 uur gevonden bij een bewolkte hemel en een temperatuur van 17 gr C. Het andere dier werd gevonden om 13.30 uur, zodat vastgesteld kon worden dat de dieren onder deze omstandigheden vrij lang lagen te zonnen.
Overigens vonden wij vorig langs een raster - en vrij dicht in de buurt van de nu gevonden slangen – een door maaiwerkzaamheden onthoofde juveniele slang die grijs-zwart van kleur was en achteraf gezien waarschijnlijk ook een Gladde slang was. Jonge Adders Vipera berus zijn vrijwel altijd bruin.

 

(Een Gladde slang, ook al is deze onthoofd, is van de andere slangen toch nog te onderscheiden door het ontbreken van de lengtekielen op de rugschilden. Het dier heeft hieraan ook zijn naam te danken). (Red.)
 

 

Lastig te monitoren

Zoals bekend mag zijn is het vaststellen van de Gladde slang in een bepaald gebied vaak heel moeilijk, aangezien het dier maar heel weinig tijd nodig heeft om zich op te warmen voordat zijn activiteitsperiode begint. Vaak als Adder en Levendbarende hagedis Zootoca vivipara nog volop liggen te zonnen tijdens voor hen gunstige omstandigheden, is de Gladde slang reeds ’opgewarmd’ en zal niet meer zonnend worden aangetroffen. Beter is het dus voor men een monitoringsronde begint te lopen, naar de Gladde slang te zoeken. Zelf monitoor ik de heide van Duurswoude en kon pas na 8 jaar het voorkomen van de Gladde slang vaststellen. Dit ondanks frequent bezoek aan het terrein gedurende de gehele activiteitsperiode van de Gladde slang. De maanden juli en augustus zijn de beste maanden om met de Gladde slang te scoren. Vooral zwangere vrouwtjes – die evenals de Adder (eier)levendbarend zijn, zonnen dan lang en vaak om de embryo’s die zich in hun lichaam bevinden, tot ontwikkeling te laten komen. Licht bewolkte dagen met een temperatuur van ongeveer 18 gr C zijn ideaal en het beste is als de zon net niet door breekt. Ook een bui tussendoor geef niets. Ook bij droog, bewolkt weer, na een regenbui, is de kans groot dit dier te vinden.
Eerdere waarnemingen van de Gladde slang op de heide van Duurswoude zijn:


1976 H. van der Meulen/R. van der Berg
September 1998 stagiaire van S.B.B.
4 september 2000 Familie Hoornveld


Voor zover mij bekend betrof het steeds een volwassen exemplaar dat waargenomen werd. Voor het eerst is nu de voortplanting van de Gladde slang op de heide van Duurswoude vastgesteld en wel op twee verschillende plekken.
Plaatjesmethode
Om iets meer te weten te komen over de aantallen en de verspreiding van de Gladde slang op de heide van Duurswoude zal met ingang van het monitoringsseizoen 2003 begonnen worden met de zgn. ’plaatsjesmethode’. Uit veldstudies en ervaringen is gebleken dat de Gladde slang en de Hazelworm Anguis fragilis een verborgen leven leiden. Door het uitleggen van metalen plaatjes (het zgn. damwandprofiel) wordt o.a. de Gladde slang de mogelijkheid geboden om zich onder deze plaatjes te verschuilen of er bovenop te gaan liggen om snel op temperatuur te komen voordat hij actief wordt. De plaatjes warmen namelijk zeer snel op en alle in natuurgebieden voorkomende reptielen maken gebruik van deze plaatjes. De Adder is zonder deze hulpmiddelen prima te vinden, maar andere soorten reptielen scoren aanmerkelijk hoger, vooral Gladde slang en Hazelworm (Bron: André Donker). Er zijn fraaie stickers in het bezit van de WARF, speciaal bestemd om de damwandplaten te plakken met de tekst: laten liggen s.v.p. Reptielenonderzoek WARF.
Degene die damwandplaten uit wil gaan leggen in een bepaald terrein, kan deze stickers via ondergetekende gratis bestellen.
 

 

Verdere waarnemingen

Wat betreft de verdere waarnemingen van de Gladde slang in Fryslȃn m.u.v. het Fochteloërveen en de Duurswouderheide, volgt hier een opsomming.

Bakkeveen e.o. 1970 Atlas 1986
Lippenhuizen 1970 Natuurmuseum Leeuwarden
Mildam (Pauwenburg) voor 1970 Onbekend
Beetsterzwaag 1973 Natuurmuseum Leeuwarden
Oranjewoud 1986 Van der Hul
Oranjewoud 1986 Opzichter Oranjestein
Oranjewoud 1988 Familie Koopman
Oranjewoud 1989 Mevrouw Fennema
Oranjewoud 1992 Mevrouw Fennema
Oranjewoud 1994 H. Dijkman
Oranjewoud 1997 Mevrouw De Roode
Diaconieveen 1987 H. Ernst
Delleburen 30-08-1984 Grotenhuis
Delleburen 12-06 1997 Klaas Jager
Delleburen 04-08-1998 Cees Ras


Gezien er in 1997 voor het laatst een waarneming van de Gladde slang uit Oranjewoud is gemeld, is het misschien een goed idee om hier ook enkele damwandplaten in het terrein neer te leggen. Ik kom hier later op terug. Op de Delleburen worden dit voorjaar door Andries van der Veen uit Wolvega een aantal platen neergelegd. Verder liggen er momenteel al platen in het heideterrein van ons lid Rinze de Vries uit Oudehorne, op wiens terrein bijna jaarlijks Hazelwormen worden gevonden. Verder liggen er al platen in de monitoringsterreinen van onze leden Wibo Zijlstra (op het traject Haulerveld), George Meijners en Theo Bakker (twee trajecten op het Schuregaasterveld en Jelle Hofstra (traject Zwarte Meer onder Olterterp).
Ik houd u jaarlijks op de hoogte van de resultaten van reptielenmonitoring met behulp van de zgn. plaatjesmethode. Het verslag wordt dan in het WARF-bulletin afgedrukt.
Met dank aan Hans v.d. Bogert voor het beschikbaar stellen van de waarnemingsgegevens van de Gladde slang in Fryslȃn uit zijn archief. Mochten er nog mensen zijn die over betrouwbare gegevens beschikken over andere locaties dan in dit schrijven genoemd, waar de Gladde slang voorkomt in Fryslân of van genoemde locaties, maar dan andere data, dan hoor ik dat graag.


Wim Andela
Van wageningenstraat 43
8934 CH Leeuwarden
058-2882693.

 

 

« terug naar overzicht artikelen WARF-bulletin