Padden overzetten aan de Poostweg

Mieke Edens

Dit stukje gaat deze keer niet over de amfibieënsoorten en ook niet over de aantallen overgezette dieren. Die gegevens zijn mij bekend. Wat misschien wat minder bekend is, is de geschiedenis van deze zeer actieve paddenwerkgroep.
Amfibieënliefhebber Bert Broers, toen nog woonachtig in Ureterp, was een van de eersten die elk jaar aan de bel trok als er weer talloze kikkers en padden waren doodgereden op de Poostweg in Olterterp tijdens de paddentrek. Er werd contact met Jelle Hofstra uit Gorredijk opgenomen en door hen gezamenlijk werd besloten dat hier wat moest gebeuren. Het was namelijk niet afdoende dat Bert en Jelle, samen met zijn vrouw Sjoukje, zoveel mogelijk padden van de weg plukten, vooral tijdens regenachtig weer.
Het idee werd geboren om een scherm te gaan plaatsen, zoals dat toen steeds vaker in ons land gebeurde.
Er werd contact opgenomen met de gemeente Opsterland of het mogelijk was om een scherm te plaatsen in de berm aan de Poostweg op de hoogte waar het ‘Witte Meer‘ ligt en waar de trek het hevigst is. Achter dit scherm worden dan emmers ingegraven, waarin de dieren vallen als ze langs het scherm kruipen om een doorgang te vinden. Hoewel de bermen geen eigendom zijn van de gemeente, maar in bezit zijn van twee particulieren, keurde de gemeente het plan toch goed en men kon aan de slag gaan. De gemeente zorgde verder voor verkeersborden en schrikhekken.

 

Plaatsen scherm

Dat ging in de eerste jaren nog vrij primitief en het graven van de geul waar het worteldoek werd ingegraven ging nog met de hand. Een hele klus. Niet alleen was de grond in de berm bezaaid met straatstenen, vaak ook zat de vorst nog in de grond. Met behulp van Bert Broers, Jelle en Sjoukje Hofstra en Tjeerd Geertsma uit Terwispel, werd het eerste scherm ongeveer tien jaar geleden aangebracht. Een dag later bleken er al acht emmers te zijn gestolen. Besloten werd dan ook gaten in de emmers te boren, zodat ze onbruikbaar werden voor normaal gebruik. Een geluk bij een ongeluk bleek dat de doorboorde emmers daardoor beter functioneerden doordat er geen water in bleef staan. En zo hebben bovengenoemde personen jaren achtereen de Poostweg bij donker afgestruind, padden lijkjes geteld en emmers geleegd.

 

Een kikker is groen

In 2010 kwam ik via Teddy Dolstra en John Melis in contact met Jelle Hofstra. Er werden vrijwilligers gevraagd. En ach... een paar emmers omkeren.. . dat zou wel gaan.
Toen het scherm eenmaal stond, ben ik vele ochtenden en avonden met Jelle mee geweest. Er ging een wereld voor mij open, de wereld van de verschillende soorten. Voor mij was het altijd gewoon een kikker en een pad. Nou ja . . . een kikker was groen en een pad was bruin. OK, maar verder kwam ik niet... Wat een variatie aan kleuren bij de padden aan de Poostweg en er bleken ineens drie verschillende groene kikkers te bestaan. En elke bruine kikker was vaak geen Bruine kikker maar een Heikikker. En dan waren er ook nog Heikikkers met en zonder rugstreep.
Ik besloot dan ook een avondje de ‘emmercursus‘ van John Melis te volgen. Hier werd ons geleerd welke soorten we in Fryslân tegen kunnen komen en waarop we vooral te letten moesten bij het determineren. Sindsdien ben ik helemaal kikker- en paddengek geworden.
 

 

Roosters

In dat jaar bleek ook dat er echt te weinig mankracht was. Er werden vrijwilligers gezocht via de weg: ‘hoort, zegt het voort‘. Er bleek best animo te zijn om mee te helpen. In 2011 organiseerde ik een paddenavondje bij mij thuis. Hoeveel mensen er precies waren, weet ik niet meer. Het zullen er ongeveer 15 geweest zijn. John Melis gaf die avond uitleg van de gang van zaken. Een aantal mensen was best bereid om ook te gaan helpen bij het overzetten van de padden, zodat ik roosters kon gaan maken. Ook een aantal mensen van de KNNV doen mee. De nieuwe mensen werden ingewerkt door Jelle Hofstra. De werkgroep is aangesloten bij www.padden.nu waar alle resultaten te zien zijn. Het met de hand ingraven van het scherm behoort sinds enkele jaren tot het verleden. Onder leiding van de zeer actieve George Meijners, werkzaam bij Landschapsbeheer Friesland, samen met een aantal vrijwilligers, wordt de geul nu gegraven door middel van een ploeg achter de trekker. Waar men vroeger uren over deed, is nu in ongeveer een uur geklaard.

 

Amfibieëntunnel?

De hoop is er op gevestigd dat op de plek waar de trek het hevigst is, ooit een amfibieëntunnel zal worden aangelegd. De gemeente Opsterland heeft in 2009 informatie en tekeningen over het plaatsen van een tunnel van de werkgroep gekregen. Landschapsbeheer Friesland voert over het plaatsen van de amfibieëntunnel gesprekken met provincie, gemeente en de particuliere eigenaren. Er wordt nu een kostenraming gemaakt. Bovendien zal de snelheid aangepast moeten worden. Er mag 60 km per uur gereden worden - maar ondanks de door de gemeente geplaatste 30 km borden tijdens de trek - lappen de meeste automobilisten deze snelheid aan hun laars. Snelheden van tegen de 100 km zijn geen uitzondering. Bij deze snelheden worden de op de weg zittende amfibieën als het ware met een smak tegen de onderkant van de auto gezogen, wat ze vaak niet overleven. Een bijkomend probleem is dat over de gehele lengte van de Poostweg trekkende dieren worden waargenomen. Zo werden in 2009 in één nacht 450 amfibieën dood gereden. In 2010 sneuvelden tijdens de gehele trek 705 dieren.

 

« terug naar overzicht artikelen WARF-bulletin