Uw waarnemingen (ook die van amfibieën) kunt u doorgeven aan Jelle Hofstra via
In de winter leven (overwinteren) padden op het land. In het vroege voorjaar (ongeveer in maart) ontwaken zij en trekken massaal naar het water om daar te paren en de eitjes te leggen. Deze trek van het 'winterverblijf' naar het water wordt de paddentrek genoemd. Wanneer de padden klaar zijn met paren trekken zij weer terug naar het land. Deze 'trek' is echter minder massaal dan de trek naar de voortplantingswateren.
De in Nederland voorkomende slangen zijn niet gevaarlijk. De enige slangensoort in Nederland met giftanden is de Adder. Een Adder moet met respect benaderd worden, maar zal u niet zomaar bijten. Wanneer u in zijn buurt komt, zal de Adder vluchten. Zo lang u niet te dichtbij komt en het dier met rust laat, heeft u niets te duchten.
De Ringslang is niet gevaarlijk. Net als de Adder zal deze slang proberen te vluchten. Wanneer een Ringslang zich bedreigd voelt, kan hij zich verdedigen door een stof uit de cloaca af te scheiden. Deze stof niet gevaarlijk, maar stinkt enorm. Ook kan het dier zich doodhouden. De Ringslang bijt niet.
De Gladde slang is eveneens een onschuldig dier, maar wil zich nog wel eens verdedigen door te bijten. Deze beet is nauwelijks voelbaar en heeft geen gevolgen. Ook deze slang kan een stinkend goedje afscheiden uit zijn cloaca.
Een adderbeet kan dodelijk zijn, maar dat komt bijna nooit voor. Volgens de statistieken van de RAVON zijn in de periode 1885 - 1972, 138 adderbeten geregistreerd. Van deze 138 beten zijn drie personen overleden. (bron: www.ravon.nl)
Meer over Adderbeten op deze site kunt u hier vinden.
Raak niet in paniek. Controleer eerst of u echt door een Adder (en niet door een andere slang) bent gebeten. De Adder is herkenbaar aan de donkere zigzag-streep op de rug.
Bel 112. Beter is nog regelrecht naar het ziekenhuis te gaan. In eerste instantie zal daar een afwachtende houding worden aangenomen. Afhankelijk van de mate waarin u op de adderbeet reageert kan de arts u uiteindelijk een antiserum toedienen. Dikwijls kiest de arts ervoor om dit ook niet te doen (in verband met de bijwerkingen). Vraag daarnaast de arts om een tetanus-injectie.
(bron: www.ravon.nl, bewerkt)