Verslag Nationaal Park de Müritz


Op zoek naar de Roodbuikvuurpad Bombina bombina

 

Hier volgt een reisverslag van Albert Sytsma, Andries van der Veen en Wim Andela over hun reis naar het Nationaal Park de Muritz in voormalig Oost-Duitsland van 30 april 2005 t.e.m 7 mei 2005. De Müritz ligt in de Duitse deelstaat Mecklenburg-Vorpommern en heeft sinds 1990 de status van Nationaal Park. Het gebied is 32.200 ha groot en bestaat voor bijna 65% uit bos en voor 12% uit water, verdeeld over ruim 100 grote en kleinere meren. Het park is voor motorverkeer afgesloten en alleen aan de randen van het park zijn een aantal parkeerplaatsen aangelegd. Dit wordt echter goed gecompenseerd door de aanwezigheid van een wandel- en fietspaden-netwerk van totaal 490 km lengte.
Hoofddoel voor ons waren de amfibieën en reptielen die in het park voorkwamen, maar noemenswaardig zijn ook het voorkomen van 10 paar Zeearenden, 20 paar Visarenden, Rode en Zwarte wouwen, Kraanvogels, Roerdompen, Raven, Groene en Zwarte spechten enz. Ook de Bever is sinds 1996 weer aanwezig en de Visotter komt verspreidt over het gehele gebied voor. Verder een groot bestand aan Reeën, Damherten, Edelherten en Wilde zwijnen.

 

Zaterdag 30 april

Om 7.00 uur vertrokken we met de bestelbus van Andries uit Heerenveen en kwamen vervolgens om 16.30 uur aan op de natuurcamping "Ztn hohlen Eiche" (Bij de holle eik) in Klockow, ten oosten van de middelgrote stad Waren. Het dorp (of gehucht) Klockow bestaat uit slechts 6 gezinnen. Met zijn drieën hadden we een blokhut gehuurd voor 15 euro per persoon per nacht. Het was een zeer rustige, ruime camping waar behalve wij nog een tiental kampeergasten aanwezig waren.
Op de heenreis van Heerenveen naar Klockow zagen we 56 Reeën, waarvan 1 zwart exemplaar en een Vos, muizenvangend in een braakliggend weiland, op ongeveer 10 meter afstand van de snelweg. Verdere waarnemingen: 4 Fazanthanen, 1 Rode wouw en 4 Bonte kraaien. 's Avonds werd nog een beetje de omgeving van de camping verkend, zonder overigens schokkende waarnemingen te doen.
 

 

Zondag 1 mei

Bij wisselend bewolkt weer en een temperatuur van 25 "C vertrokken we vanaf de camping in Klockow met de bestelbus naar Federow over een zandpad met een lengte van 7,5 km dat dwars door het bos loopt. Onderweg zagen we 6 Damherten, 1 Edelhert met een zeer fors gewei, 2 Reegeiten, 3 Hazen en een helaas doodgereden Ringslang met een lengte van ongeveer 50 cm. Na de auto bij het bezoekerscentrum in Federow geparkeerd te hebben, gingen we lopend naar de observatiehut bij de Rederangsee (See is in het Nederlands een meer). Langs het zandpad daar naartoe zagen we vele Zandhagedissen, soms alleen, soms een paartje, die gemakkelijk vanaf het zandpad te zien waren. In totaal zagen we in een half uur tijd 28 Zandhagedissen. Verdere waarnemingen: 1 Visarend, paartje Geelgors, groep van 10 Vlaamse gaaien, groep van 6 Bonte kraaien en een Reegeit. Het laatste stukje zandpad naar de observatiehut samen met de strookjes ruigte langs met water gevulde brede greppels, leverde maar liefst 23 Ringslangen, 7 Heikikkers en 4 Levendbarende hagedissen op.
Vanuit de observatiehut zag je Ringslangen op het dode riet' opwarmen' en ook zagen we in totaal een vijftal jagende Ringslangen. Vanuit de hut hoorden we enkele Roerdompen, Kraanvogels en Raven.
Hierna zijn we vanaf de Rederangsee naar het westen gelopen, richting Warnkersee. Ook hier weer Zandhagedissen langs het voetpad; in totaal 9 exemplaren. Verder kwamen we een enthousiast echtpaar tegen, die vertelden dat ze, op de plek waar wij ons bevonden, een half uur daarvoor een Boomkikker het zandpad hadden zien oversteken. Om ons ervan te overtuigen dat ze de waarheid spraken, lieten ze ons een paar foto’s zien vanaf hun digitale camera. Verder zagen we nog 2 Visarenden, 1 Havik, 1 Zwarte specht en 2 doodgereden Ringslangetjes van geboortejaar 2004. Al met al was onze eerste dag hier zeer geslaagd te noemen.
 

 

Maandag 2 mei

Bij 30 graden Celsius en onbewolkt weer was ons reisdoel op advies van Albert het oude en nieuwe spoorstation (wat naast elkaar ligt), plus de omgeving van Klockow te gaan bezoeken. In het nog natte gras naast het stationsgebouw vonden we al snel 2 Hazelwormen en 4 Zandhagedissen. Ook lag er een bult met houtafval en zeil, waar uiteraard onder gekeken 'moest' worden, met als resultaat de vondst van 3 Hazelwormen, 1 mannetjes Zandhagedis, 1 Ringslang, 1 skelet van een Zandhagedis en een vervellingshuid van een Hazelworm. Langs de oude, niet meer in gebruik zijnde spoor plus het nieuwe spoor troffen we 14 volwassen en 28 juveniele Zandhagedissen aan (geboortejaar 2004). Deze juveniele zandhagedissen lagen allemaal aan de rand van een ongeveer 6 meter breed zandpad, waarschijnlijk aangelegd ten behoeve van de brandweer. Hoogstwaarschijnlijk was dit zandpad dus een ei-afzetplek van de zandhagedis. Verder vonden we 2 Hazelwormen, die op elkaar lagen, maar zeer snel verdwenen, waarschijnlijk gestoord door ons tijdens het paren. In het luchtruim zagen we 4 Zeearenden, 1 Rode wouw, 1Sperwer, 2 Raven en 3 Kraanvogels. Uiteraard was dit nog niet genoeg en hierna reden we met de bus van Andries opnieuw naar Federow, over het zandpad door het bos, wat dit keer resulteerde in de vondst van een platgereden mannetjes- en vrouwtjes Hazelworm, die hoogstwaarschijnlijk tijdens het paren een gevecht aan wilden gaan met een auto. Verder zagen we tijdens het rijden een fors mannetje van de zandhagedis die - op de stam van een dode, platliggende naaldboom - voedselzoekend heen en weer liep, wat vanzelfsprekend door Andries prachtig gefilmd werd.
Vanuit Federow gingen we, via de wandelroute vanaf het plaatselijke hotel, de oever van de
Hofsee bekijken. Na enkele meters lopen zagen we direct al een zeer forse Gewone pad in het
water dobberen van wel 15 cm lengte en zo dik als een vuist. Het dier was zeer traag en kon gemakkelijk met de hand uit het water gegrist worden, waarna hij een zeer grote hoeveelheid urine op de hand leegde. Verder zagen we hier 4 Ringslangen, 1 Groene specht en parende, Geaderde koolwitjes. Opnieuw dus een zeer geslaagde dag. Bij de bus aangekomen, besloten we nog even het bezoekerscentrum van het Nationaal Park te bekijken, waar vanaf een televisietoestel ’live’ beelden te zien waren van een op een hoogspanningsmast nestelend Visarendpaar. Een van de zeer vriendelijke en behulpzame medewerkers vertelde over een plek waar hij enkele dagen ervoor kluwens van wel meer dan 50 Ringslangen had gezien en hiermee was ons reisdoel voor de volgende dag ook al weer duidelijk.
 

 

Dinsdag 3 mei

Opnieuw dus met de bus van Andries over het zandpad door het bos van Klockow naar Federow. Onderweg 2 Reegeiten gezien. Bij het bezoekerscentrum van Federow hadden we fietsen gehuurd en met z'n drieën fietsten we naar de genoemde plek waar de grote kluwens Ringslangen moesten liggen. Vanwege problemen met de knieën van Andries van der Veen moesten ondergetekende en Albert hem duwen, maar dit vormde vanzelfsprekend geen enkel probleem. De twee poelen met de grote aantallen ringslangen liggen ten oosten van het gebied genaamd de Warener Stadtforsttannen. Vanaf Federow tot de genoemde plek zagen we achtereenvolgens een Reebok, 2 Hazen die tot op enkele meters te benaderen waren, een Watersnip, een Rode wouw en 2 groepen van respectievelijk 10 en 11 Kraanvogels die aan het foerageren waren in het veruigde grasland. Onderweg werd ook nog even gebruik gemaakt van de schuilhut met de naam Muritz-Schnakenburg, van waaruit we vrijwel direct het karakteristieke hoempende geluid van de Roerdomp hoorden. Bij de twee poelen zagen we in totaal ongeveer 50 Ringslangen, waarvan 1 exemplaar met spierwitte 'maantjes' op de zijkanten van de kop en verschillende kleine kluwens van ongeveer 5 Ringslangen en 1 kluwen van ongeveer 20 Ringslangen. Verder enige groene kikkers en ongeveer 20 Levendbarende hagedissen, die dikwijls op de aanwezíge houten vlonders kropen om er te 'zonnen' en ook om te jagen. Eenkeer zagen we dat een Levendbarende hagedis een libelle pakte en naar binnen werkte. Ook troffen we een geheel zwarte Levendbarende hagedis aan.
In en rond een kleine ondiepe poel ten westen van de twee hiervoor genoemde poelen troffen we een Hazelworm, 3 Ringslangen, 2 Heikikkers en een Rugstreeppad aan. Op de terugweg naar Federow nog in een stuk ruigte met struiken naar boomkikkers gezocht. Hier vonden we geen boomkikkers, maar wel lagen er 3 Ringslangen in elkaar verstrengeld op een hoogte van ongeveer twee meter in de braamstruiken. Verder zagen we ten noorden van de Rederangsee 2 groepen van respectievelijk 2 en 150 Kraanvogels foerageren en in het luchtruim 1 Zeearend en 2 rode Wouwen. Op het fietspad lag een helaas doodgereden Hazelworm.
 

 

Woensdag 4 mei

Opnieuw werd bij het spoorstation van Klockow gekeken. Ditmaal was de score bedroevend laag. Door het slechte weer (regen en wind) werd er slechts 1 Hazelworm gevonden. In het bos bij Freidorf lag een stapel asbestplaten, waaronder eveneens een Hazelworm lag. Bij een poel met rietveld, te midden van agrarisch land bij het plaatsje GroB Dratow vonden we behalve een dode, Bruine- of Springkikker, geen amfibieën of reptielen. Wel hoorden we een luid 'hoempende' Roerdomp en in het luchtruim was een mannetje Bruine kiekendief in gevecht met een Rode wouw.
Doorgereden naar Kargow vonden we in een zeer fraaie, heldere poel maar slechts één Amerikaanse rivierkreeft, hoewel die daar in het gehele gebied vrij algemeen schijnt te zijn. Bij Federow langs de weg lag een dode jonge Vos en op de terugweg naar de camping over het zandpad door het bos, zagen we een prachtige mannelijke Appelvink die in de top van een kleine Sitkaspar zat te zingen. 's Avonds vloog er een baltsende Houtsnip over de camping.
Toen we hierna in het café op de camping met Petra - de eigenaresse van de camping – in gesprek kwamen, vertelde deze dat ze de afgelopen zondag en maandag op de rand van het vijvertje naast het huis van haar moeder een vijftal Boomkikkers had zien 'zonnen' op de stenen rondom het vijvertje. Hier 'moesten' we dus de volgende dag gaan kijken. Ook mochten we de hele tuin - wat een grote bende was - wel over de kop halen, op zoek naar amfibieën en reptielen.
 

 

Donderdag 5 mei

Dit lieten we ons uiteraard geen twee keer zeggen en 's morgens keerden we eerst het afval in de tuin om, wat bestond uit o.a. zeil en hout. Al snel vonden we 2 Hazelwormen en een Levendbarende hagedis. Tot grote ergernis van Albert bleven Andries en ondergetekende maar bij het 'boomkikkervijvertje' rondhangen in de hoop er toch een te zien. Maar de temperatuur was deze dag niet dusdanig hoog, dat de Boomkikkers zich lieten zien. Wel zagen we 3 groene kikkers, een enorm grote Gewone pad en een Ringslang in het vijvertje. Na zeer lange tijd gaven ook Andries en ondergetekende het op. We gingen met zijn drieën naar een plaatsje - ongeveer 2 km vanaf de camping - genaamd Bocksee, waar volgens Albert een fraaie poel lag. Onderweg vonden we 2 platgereden Levendbarende hagedissen en 1 platgereden Gewone pad en gelukkig ook nog 1 levende Levendbarende hagedis. In de lucht ontwaarden we 1 Rode wouw, 1 mannetje Bruine kiekendief en 2 Raven. Bij de poel eveneens Bocksee genoemd, zagen we 2 Ringslangen (waarvan 1 exemplaar van 105 cm lang), 1 Hazelworm en 11 Levendbarende hagedissen.
Weer aangekomen op de camping in Klockow keken we nog even bij een grotendeels verlandde poel, waar we nog 1 Ringslang en 1 mannetje Zandhagedis 'scoorden'. 's Avonds herinnerden we ons bij het drinken van wat 'geel water' en voor Andries wat fris, ons het gesprek met de zeer enthousiaste Duitse medewerker van het bezoekerscentrum in Federow eerder deze week. Deze antwoordde onder andere op mijn vraag of er ook Fazanten in het Nationaal Park voorkwamen, dat deze zeldzamer waren dan de Zeearend. Zijn verklaring hiervoor was de hoge dichtheden aan predatoren. Jaarlijks worden in het Nationaal Park ruim 300 Marterhonden en 80 Wasberen geschoten. Deze laatste klommen volgens hem in de nesten van onder andere de Rode wouw, om er de jongen uit te halen. Ook de stand van de Vos was behoorlijk, waardoor de bodembroeders zeer sterk in aantal achteruit gingen. Maar wat wij interessanter vonden was het antwoord op de vraag of hij een plek wist waar de 'Rotbauchunke' (Roodbuikvuurpad) voorkwam. Hij vertelde dat dit de zeldzaamste amfibieënsoort van het Nationaal Park is en sleurde ons meteen mee naar een detailkaart, waar hij het gebied tussen Torgelow en Rugeband aanwees als een van de beste plekken voor de 'Rotbauchunke'.
 

 

Vrijdag 6 mei

Deze dag waren we vastbesloten de Roodbuikvuurpad te 'scoren'. Het weer zat echter niet mee (regen en harde wind), maar niet geschoten is altijd mis, dus besloten we toch te gaan. Onderweg van Klockow naar Waren zagen we 3 Reeën, 1 Buizerd in gevecht met een Raaf, 1 Zwarte specht en 1 Kuifleeuwerik op een druk parkeerterrein bij een winkelcentrum in Waren. Tussen Torgelow en Rugeband ten noorden van Waren hebben we eerst nog een kleine poel bemonsterd met een schepnet. Dit echter zonder resultaat. Op de bodem lag wel een laag van 50 cm afgestorven organisch materiaal en de poel was helemaal 'dood'. Zonder al te veel hoop reden we verder en toen we na ongeveer 5 minuten de bus uitstapten bij een vrij grote, buiten zijn oevers getreden poel midden in het landbouwgebied hoorden we direct van veraf het geluid van de Roodbuikvuurpad, wat klinkt als oenk-oenk-oenk, ongeveer met het volume van het geluid van de roerdomp. Enthousiast als een paar kleine kinderen gingen Albert en ondergetekende met een schepnet naar de richting waar het geluid vandaan kwam, terwijl Andries zijn bus bewaakte. Volgens de literatuur hebben mannetjes van de Roodbuikvuurpad een territorium van 2 tot 3 meter. De individuen spreiden zich daardoor over het hele wateroppervlak, met als voordeel dat de eieren ook verspreidt over het water worden afgezet, wat op de lange duur betere kansen voor het behoud van de soort biedt. In totaal hoorden we naar schatting 5 verschillende mannetjes, inderdaad verspreidt over de hele poel. Na een klein beetje water in de laarzen te hebben gekregen, lukte het mij gemakkelijk om een dier met de hand uit het water te pakken. Dat dit zo gemakkelijk ging kwam waarschijnlijk ook door de vrij lage temperaturen deze dag, zodat dit zelfs een voordeel voor ons was. Na dit schitterend mooie diertje snel naar Andries gebracht te hebben, werd het gefilmd en gefotografeerd, waarna we het snel naar zijn eigen 'stekkie' terugbrachten. 's Avonds nog even gezellig op de camping gegeten (en gedronken) bij Harry en Petra,
terugkijkend op een zeer geslaagd natuurreisje, wat zeker voor herhaling vatbaar is!
 

 

Zaterdag 7 mei

Tijd om terug te gaan. We vertrokken om 8.00 uur en kwamen om 16.00 uur aan in Heerenveen. Onderweg nog 62 Reeën, 4 Vossen (allen op muizenjacht op braakliggende landerijen) en 1 Haas gezien. Vogels die we onderweg nog noteerden waren 1 Geelgors, 5 Kraanvogels, 3 Raven, 3 Ooievaars, 3 Bruine kiekendieven, 4 Fazanten, waaronder 3 mannetjes en l vrouwtje.

 

Voor eventuele enthousiast gemaakte WARF-leden hier nog even het adres van de camping:


Campingpl atz' Zur hohlen Eiche' im National park I 7 21 9 Klockow
Telefoon:039921 36900
E-mail : harry.runge@t-online. de
Homepage : http ://www.kleinernatur zeltplatz.de

 

Blokhutten en caravans zijn op de camping te huur bij de zeer vriendelijke eigenaren Harry en Petra.

 

Wim Andela
 

 

« terug naar overzicht artikelen WARF-bulletin