De Vuursalamander is één van de grootste Europese amfibieën en krijgt een totale lengte van
ongeveer 20 centimeter en heeft een onmiskenbaar kleurpatroon; een zwarte kleur met gele
vlekken en strepen. De Vuursalamander heeft een gedrongen bouw en de ronde staart is relatief kort. De afstekende kleuren dienen om andere dieren af te schrikken; het is een vrij giftige soort. Het gif zit vooral in de oorklier en kan over een afstand van enkele decimeters ver
gespoten worden. Het dier is het gehele jaar actief, behalve bij vorst en droogte en dan ’s
nachts. De dieren zijn vooral actief na een zware regenbui omdat dan hun lievelingskostje te
voorschijn komt namelijk landbewonende slakken en dan vooral naaktslakken. Deze salamander leeft onder dood hout, stenen en spleten in de grond.
De ontwikkeling van de Vuursalamander is bijzonder omdat geen eieren worden afgezet in
het water zoals bij onze watersalamanders, maar deels ontwikkelde larven levend ter wereld worden gebracht. Soms komen ze zelfs volledig ontwikkeld ter wereld, wat uitzonderlijk is voor
amfibieën. De paring vindt altijd plaats op het land in de maanden maart tot september, maar meestal
in juni.
De Zuid-Limburgse populatie Vuursalamanders was jarenlang stabiel, maar sinds 2008 werden plotseling dode Vuursalamanders gezien. Dit ging gepaard met het waarnemen van verontrustend weinig dieren sinds 2010. De Stichting Reptielen en Amfibieën en Vissen Onderzoek (RAVON) vreest voor het voortbestaan van de soort, en is samen met verschillende
partners gestart met het actieplan SOS Vuursalamander.
Werden er in 2007 nog 143 dieren aangetroffen, in 2012 werden er slechts 25 exemplaren
gevonden. Deze dieren zitten nu in terraria van de universiteit van Gent. Als de oorzaak van
de dramatische achteruitgang eenmaal wordt gevonden wil men met de dieren gaan kweken
om ze later ter plekke weer uit te zetten.