6 november 2025
Lezing Bevers in Fryslân
Waarschijnlijk de eerste bever van Fryslân sinds honderden jaren werd zo’n 15 jaar geleden in het Princes Margrietkanaal gevangen. Meer dood dan levend werd het zieke dier naar de Fûgelhelling gebracht om te revalideren. Nadat het dier was hersteld en terug in de natuur teruggeplaatst was, werd het later helaas dood bij de A28 aangetroffen. Dit leek 1 van de ongeveer 30 dieren te zijn die in de periode 2008-2012 zijn uitgezet in Drenthe en Groningen. In 1988 zijn echter al de eerste bevers in de Biesbosch uitgezet. Daardoor blijft het lastig om te bepalen waar een dier precies vandaan komt.
Het uitzetten van bevers was – en is – in onze provincie een “gevoelig onderwerp”. Jaren waarin soms 100.000 muskusratten werden gevangen, zitten blijkbaar nog (te) vers in het geheugen. Als een Muskusrat al zo veel schade kan aanrichten, wat mogen we dan wel niet van het graafwerk van de Bever verwachten zullen veel bestuurders (en lobbyisten) hebben gedacht. Het is toch niet de bedoeling dat héél Fryslân in één groot waterland verandert?
Of dat doembeeld terecht is, is de vraag. Zo is het frappante van “nieuwkomers” (en zeker zogenaamde “plaagnieuwkomers”) dat de plaag meestal maar tijdelijk is. De “bestaande natuur” weet zich na verloop van tijd vaak goed aan te passen. Zo bleken o.a. Bruine Kiekendieven uitstekend in staat om jonge muskusratten te vangen. De muskusratjagers hebben het tegenwoordig dan ook een stuk rustiger en er worden nog maar zo’n 200 dieren per jaar gevangen. Dit is dus slechts een fractie van de 100.000 van de topjaren in het verleden.
Dit wil niet zeggen dat het dier geen schade kan veroorzaken. In de buurprovincies Groningen en Drenthe zijn daarom gebieden aangewezen waar de Bever zijn biotoop mag kiezen en gebieden waar men de nulstand vast wil houden. Dieren die worden aangetroffen in de nulstand-gebieden worden gevangen en overgeplaatst naar een “bevergebied”. Een probleem is echter dat de “bevergebieden” nu vollopen. Zo zal afschot zoals nu al in Zuid-Nederland plaatsvindt, op termijn waarschijnlijk niet te voorkomen zijn.
Wat Fryslân betreft, komen er op dit moment op vier plekken bevers voor: in het Lauersmeersgebied, bij Drachten (het industrieterrein), het Tjeuke- en Sneekermeergebied en Makkum (op de Noord- en Zuidwaard). Het betreffen allemaal solitaire deren en 1 “stel” (waarvan ook niet bekend is of het nu een vruchtbaar mannetje en vrouwtje is). In totaal 5 dieren is voor een waterprovincie als Fryslân niet veel; zeker als we dat vergelijken met de provincies Groningen en Drenthe waar ongeveer 350 dieren voorkomen.
Hoe de stand zich in Fryslân zich verder zal ontwikkelen is onduidelijk. Komt er een migratiestroom vanuit het oosten waar de leefgebieden vol raken of is Fryslân misschien toch minder geschikt dan het lijkt? De toekomst zal het leren. De verwachting is wel dat de stand nauwlettend gevolgd gaat worden. Dit om al te grote problemen te voorkomen.
Wietze van der Meulen
Foto: Harrie Bosma
