Bunzing (Murd)

Een bunzing (Mustela putorius) is 40-45 cm lang en heeft een staart van 18 cm. De pels is bruinzwart met een lichtere ondervacht. Opvallend is het witte gezicht met een donker masker rondom de ogen. De bunzing leeft meestal in de omgeving van water in een kleinschalig landschap met voldoende schuilmogelijkheden, bijvoorbeeld in oeverbegroeiingen, droge sloten, heggen, hotwallen, bosranden en akkerranden. Een bunzing woont in een hol van een konijn, mol, vos, das of onder steenhopen, houtmijten of in holle bomen. ’s Winters wordt de bunzing ook wel in de buurt van boerderijen gezien. In Opsterland komt de bunzing weer vaker voor, omdat er minder op gejaagd wordt. Ze eten allerlei dieren en zijn niet kieskeurig: konijnen, ratten, muizen, mollen, vogels, reptielen, amfibieën en insecten.

Overzicht: Zoogdieren