1 juni 2024
De Rottige Meente 

Jongstleden zaterdag 1 juni, mochten we een bijzondere excursie beleven in de Rottige meente, een natura 2000 gebied. Onze gids was de sympathieke boswachter Manon van Wesel van district Zuidoost Friesland,met als standplaats Jubbega. Bijzonder, omdat wij als uitzondering een gebied in mochten wat normaal niet toegankelijk is voor publiek. Dit gebied, ongeveer 1360 ha, ligt hoger dan het omliggende landschap. Dit vraagt om serieus watermanagement, want het bestaat ook nog eens uit 6 verschillende waterniveaus. Om het doorlopend groeiende opschot van jonge berkjes etc. te kunnen maaien moet er water verpompt worden van het ene naar het andere niveau, daar het anders te nat is om de machines te kunnen dragen. Het mag ook weer niet te lang duren, wat weer nadelig is voor bijzondere vegetatie en insecten en hun larven. 

Ook te hoog water mag daarom niet te lang duren. Dit gebied bevat trilvenen, bij betreden deint de zode waarop je loopt. Het is een project voor jonge verlanding. De oude legakkers moeten worden beschermd tegen afslag en ganzen. De ganzen worden tegen invliegen geweerd d.m.v. dwars over de legakkers gespannen linten. Tegen afslag heeft men, op 2 m uit de kant, rijen palen aangebracht die de golfslag breken. 

Door het waterschap wordt er onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van de exoot zonnebaars. Deze wordt hier als ongewenste indringer beschouwd. Nieuwsgierig als we zijn, moesten er een paar fuikjes worden gelicht. De ene bevatte een gewoon baarsje en een gestreepte waterroofkever. De andere een geel gerande watertor, een beschermde soort. Volgens Manon is het een waardevol gebied vanwege de bijzondere vegetatie en insecten. Zo leven hier de gevlekte witsnuitlibel, de kleine modderkruiper, en de grote vuurvlinder. Deze, op de rode lijst staande vlinder, heeft als waardplant de hier aanwezige waterzuring nodig. Hier legt ze haar eitjes op. De rups die daar uit komt eet tot deze volgroeid is, en gaat daarna over in een pop. Deze overwintert in de grond en komt in het volgende voorjaar te voorschijn en verpopt weer als vlinder. Ze fladdert gedurende 2 weken rond, en mocht hij/zij een partner vinden, paart dan, legt eitjes en sterft daarna.

Verder groeit er de zeldzame groene knolorchis, groot blaasjeskruid, klein blaasjeskruid en zonnedauw, allen vleesetende plantjes. Ook gele plomp, waterviolier, veenpluis, moerasdopheide, moerasvaren, veenmos en het zeldzame ( rode lijst soort ) galigaan.  Voor de vogelliefhebbers is het een eldorado, tenminste als het gehoor nog in orde is, overal zangers en piepers. Voor de minder bedeelden is er, als troost, een kans dat je een purperreiger ziet. Met een hoofd vol mooie herinneringen namen we afscheid van Manon en gingen we tevreden terug naar huis.

Mei freunlike groet, Harm van der Duim