Fitis (Fitis)

De fitis versus tjiftjaf
Eén ding is zeker: wanneer je denkt een tjiftjaf te zien en je hoort een melodieus, in toon aflopend liedje, dan is het de fitis, de dubbelganger van de Tjiftjaf. Deze tweelingvogeltjes kun je eigenlijk alleen maar uit elkaar houden door te luisteren naar de zang. De fitis heeft weliswaar lichte pootjes, maar zie je dat altijd?

Een lange reis
Het trekgedrag van de fitis verschilt iets van de tjiftjaf. Ze vliegt verder en is dus langer onderweg. Daarom heeft ze ook langere vleugels dan de tjiftjaf. Is de tjiftjaf al in maart terug in ons land, de fitis komt april, mei binnendruppelen. Het is dan ook een heel eind van en naar Afrika. Zowel in de savanne als in het regenwoud, tot aan Zuid-Afrika toe vind je dit kleine vogeltje in onze winters. Voordat ze die lange reis maakt volgt ze een streng dieet: zoveel mogelijk eten. 

Want die 8 gram die ze weegt moet verdubbeld worden. En dan gaat ze op reis, ’s nachts.  Ze vertrekken meestal als eerste vogels,  eind juli begin augustus. Het is trouwens een klein sterrenkundig wondertje. Aan de hand van sterrenbeelden en haar gevoel voor tijd, weet ze precies waar ze is. Dat zit allemaal in dat kleine bolletje. De eerste keer als jong vogeltje vliegt ze liever met de ouderen mee. Je moet het tenslotte leren, nietwaar? In het groene warme Afrika kan ze haar buikje vol eten. Tot er in de lente een kriebeltje in haar komt wat zegt dat ze terug moet naar het noorden. Nestelen, eitjes leggen. En de lange reis begint weer voor minstens drie miljard  vogeltjes. Al weten ze zelf niet goed waarom.

Eindelijk op de broedplek
In een terrein met lage begroeiing van struiken en grassen, bv. langs de waterkant, of in verwaarloosde heggen maakt het paartje  op de grond een nest. Een bolvormig nest met een kleine opening. Hierin legt het vrouwtje 7-9 eieren. Na 13 dagen broeden komen de eitjes uit. De jongen worden dan nog een paar weken gevoerd op het nest en twee weken nadat ze uit het nest zijn gegaan. Het leren vliegen  is wel makkelijk voor de jongen. Het nest bevindt zich immers op de grond.

De fitis broedt één keer per jaar. Het eten van de fitis bestaat insecten, larven, rupsen vliegjes, vlinders, bladluizen, kortom een gevarieerd menu. Een niet al te bekend vogeltje, die fitis. Ze is dan ook bescheiden, je hoort en ziet haar niet zo vaak. Maar het is een beauty, met een zachtgeel buikje, gele wenkbrauwstreep en duidelijke oogstreep. En zoals gezegd bijna het evenbeeld van de tjiftjaf, maar toch met een heel eigen verhaal.

Overzicht: Vogels