Herfst, stormachtige wind, regen en paddenstoelen
Wat kan het toch mooi zijn. Dwalend door de bossen als de wind door de bomen giert. Of zwervend over de hei als donkere wolken door de lucht jagen. Met hier en daar in het glooiend landschap een boom. Met  verkleurend blad van groen naar rood, geel of als dor op de grond liggend, voorbode dat de winter op komst zal zijn. Met een beetje geluk zie je enkele Reeën, een Vos, Haas of Konijn. En niet te vergeten de vreemde vogels die hier alleen in de winter verblijven, wintergasten uit het hoge noorden.

Eekhoorntjes brood

Het leeft in de natuur al wordt het wel stiller. Soorten sterven uit, soorten worden bedreigd door de mens, soorten moeten dood geschoten worden omdat ze schade zouden toebrengen, maar is dat wel zo? Boeren klagen, maar ze willen niet inzien, noch begrijpen dat ze zelf de boosdoeners zijn. Met de vernieuwing van hun gewassen trekken ze de vogels aan, ze lokken de dieren naar hun gronden. En dan moet er ingegrepen worden. Zijn zij die daarover oordelen zich niet bewust dat dit grote onzin is? Hebben vogels, dieren en andere levensvormen niet het zelfde recht als de mens om te leven op onze aarde?

Paddenstoelen
Herfst is ook de tijd van paddenstoelen, tenminste zo gaat het gezegde. Ik moet wel toegeven dat er in die periode verreweg de meeste soorten zijn. Aan de andere kant, het hele jaar door zijn er wel paddenstoelen te vinden. In een droge periode zoals de zomer, maar ook tijdens een vorstperiode in de winter is het even met de paddenstoelen gebeurd. Ze zijn er echter wel, zij het nog verscholen in de grond of de bosbodem of waar ze ook maar voor komen. Maar als de droogte voorbij is, of het begint te dooien, zijn ze er weer. Maar dan zijn het vaak wel andere soorten die hun kopjes boven de grond, of achter de schors van een boom vandaan steken om te laten zien dat ze er nog wel zijn en dan in volle glorie.

Heksenkring
Paddenstoelen, ik krijg er niet genoeg van. De tijd dat de meeste soorten er zijn, zo van midden september tot midden november, is voor mij eigenlijk te kort. Voor al de weersomstandigheden – ook er voor en er na – hebben veel invloed. De Hanenkammen zijn er soms al in mei, de eerste Amanieten in juni. Zo zijn er meer die niet wachten tot de herfst. Paddenstoelen, ik hoef er niet ver voor te reizen, al doe ik dat soms wel. Nauwelijks buiten de deur staan de eersten al op me te wachten, een behoorlijk aantal Weidekringzwammen.

Grote sponszwam

Maar ook in de brede houtwallen rond ons erf vind ik het hele jaar door soms mooie soorten. Weidekringzwam, wat een naam. Maar toch is het zo dat ze vaak een kring vormen waar ze groeien. Een heksenkring wordt dat vaak genoemd. Helaas heb ik er nooit heksen zien dansen. Maar wel is het zo dat het gras binnen zo’n kring een meer ongezonde, of dorre kleur heeft. Het gras rond die kring is mooi groen. Dus zouden die heksen binnen die kring dansen. Of toch niet . . ? 

Zwamvlok
Paddenstoelen groeien op een zwamvlok, vaak mycelium genoemd. Sporen van paddenstoelen die onder de hoed aan de plaatjes groeien, vallen na rijping naar beneden en worden verspreidt door de wind, dieren, insecten of op welke wijze ook maar. Wanneer zo’n spore ergens gunstig voor de soort terecht komt kan deze groeien tot een zwamvlok. Een wortelstelsel van hele fijne schimmeldraden die meestal niet met het blote oog te zien zijn. Maar dan zijn er manlijke en vrouwelijke sporen die elk een zwamvlok vormen. Helaas kunnen die afzonderlijk geen paddenstoelen vormen. In het substraat moeten zich de beide geslachten van de zelfde soort elkaar vinden en samensmelten tot één zwamvlok. Dan kunnen ze samen vruchtlichamen ontwikkelen die als knopjes op de zwamvlok verschijnen. Deze gaan groeien, verpakt in een vlies en komen boven de grond als de tijd voor hen gunstig is. Zo zal de tijd voor onze Weidekringzwammen nu gunstig zijn geweest. Zwavelkoppen waren er al veel eerder. Hertenzwammen zijn al op hun retour en de bruine Bundel ridderzwam staat in volle glorie op een pad. Maar overal komen nu paddenstoelen tevoorschijn, soms de meest vreemde soorten die je vaak niet op de plek waar ze staan zou verwachten.

Zwarte kluifzwam
Zo kregen we een telefoontje van mensen die een paddenstoel in de tuin hadden. De buren hadden hen verteld dat het een heel vreemde soort zou zijn. Dus ging ik bij gelegenheid kijken. De soort was direct herkenbaar en er stond niet één, maar nog meer en wel op een heel vreemde plaats tussen het grind. Het waren Zwarte kluifzwammen die in het binnenland niet zo veel voorkomen, tenminste niet in onze omgeving. Wel in de IJsselmeerpolders, de kalkrijke duinen langs de kust en de eilanden. Ik vroeg of er ooit een schelpenpad had gelegen, of dat ze nog onder het grind lagen. Dat wisten ze niet. Langs schelpenpaden groeien soms ook wel Zwarte, Witte en andere kluifzwammen. Deze soorten groeien vooral op een kalkrijke bodem.

Zwarte kluifzwam

Misbruik van stoffen
Nee, ik hoef niet ver weg om paddenstoelen te vinden. Op ongeveer honderd meter langs de weg staan bij een boerderij Schubbige inktwammen in het gazon. Daar naast staan weer grote champignons. Enkele weken eerder waren het er meer, maar die hebben hun taak vervuld. Ze zijn na het verspreiden van sporen – en na zwart te zijn geworden – vergaan. Zo vergaat het leven van een paddenstoel. Bijna ieder jaar groeien er één of een paar van die grote witte ballen – minstens zo groot als een voetbal – een eindje verderop in de berm. In vroeger jaren zag je die ook vaak in weilanden, maar die tijd is voorbij. Oorzaak is overbemesting en misbruik van stoffen die de natuur teniet doen. Ook het insectenleven heeft daar onder te lijden wat, als het zo doorgaat, een ramp kan worden voor onze samenleving. Die dikke witte ballen zijn Reuzenbovisten. In die grote ballen ontwikkelen zich miljoenen sporen. Als die sporen rijpen gaat de huid er van niet alleen verkleuren van geel naar bruin, maar het wordt ook dunner. Ten slotte slijt deze vanaf boven door en uiteindelijk verdwijnt die hele huid langzaam. Dan komt langzaam die bruine sporenmassa in zicht en – vooral als het regent – wordt het een vieze kliederige massa. Weer en wind zorgen er voor dat de sporen verspreid worden in de natuur. Zo heb ik verleden jaar het komen en gaan van zo’n Reuzenbovist gevolgd en af en toe een foto genomen. De natuur zit – waar dan ook – wonderlijk in elkaar. Jammer dat wij als mensen zo bezig zijn om dat te verstoren.

Zwarte kluifzwam

Niet plukken

Ik leid veel excursies in de natuur. Vooral in de herfst paddenstoelenexcursies. En dan komen er bij de deelnemers allerlei vragen op. En dat vind ik juist zo mooi. En ik vertel altijd ook dat we paddenstoelen niet moeten plukken, niet om te eten, maar ook niet om ze te verzamelen of ze gewoon te vertrappen of omver te schoppen. Ze hebben een belangrijke functie in de natuur. Ook voor het leven en voortbestaan voor de mens zelf. Zo had ik eens een groep excursiegangers verteld over Hanenkammen, die sommige mensen alleen maar kennen als Cantharellen.

Cantharellen

Zo had ik eens een groep excursiegangers verteld over Hanenkammen, die sommige mensen alleen maar kennen als Cantharellen. Ze waren door het vele plukken een aantal jaren geleden redelijk zeldzaam geworden. Het is nu ook verboden om ze te plukken. Bij de wet is het stropen. Ik ken een plek waar alle Cantharellen waren geplukt en waar nadien nooit weer één Cantharel heeft gegroeid Maar toch zijn er mensen die het niet kunnen laten. Een poosje nadat ik het verhaal verteld had om Cantharellen niet te plukken met als bovenstaande voorbeeld, kwam er even later een vrouw bij me die meldde dat iemand toch Cantharellen had geplukt. Ze wees me de persoon zelfs aan. Ik had het zelf niet gezien en wat moet je dan. Het was een grote groep en ik wilde ook geen rel veroorzaken, dus heb ik niks gedaan. Ik vond het alleen maar jammer, maar ik moet ook representief blijven voor Staatsbosbeheer. De meest giftige paddenstoel is de Groene Knolamaniet. Het verhaal gaat dat Keizer Nero daar mee vergiftigd is.

Geniet nog volop van het wondere en prachtige leven van de paddenstoelen en hun vormen, geuren en kleuren, zo lang ze er zijn. Als de vorst niet te vroeg invalt, kan dat nog tot in december.

Hans Baron (november 2012)