Kraanvogel (Kraen)

Weer thuis
De kraanvogel is na eeuwen afwezigheid, weer terug in Nederland. Het eerste paartje broedde in 2001 in het Fochteloërveen. Vlakbij een wandelpad brachten zij hun enige jong groot. Zijn ze dan niet zo schuw? Integendeel, het zijn vogels die veel rust en ruimte nodig hebben. Waarom lukte het toen wel om tot broeden te komen? Het had alles te maken met de MKZ crisis in Nederland. Veel gebieden waren afgesloten, zo ook dat wandelpad. Het was overal erg rustig. En dat is nu juist de kern van de zaak: kraanvogels zijn uitermate gevoelig voor verstoring. De jaren erna, toen het wandelpad weer open ging, hebben ze nooit weer op die plek gebroed. Dat zegt genoeg.

Dankzij natuurorganisaties en beheerders zijn er veel maatregelen getroffen om de situatie voor de kraanvogels acceptabel te houden (waar overigens het hele ecosysteem van profiteerde). Vernatting, rust, daarmee nieuwe broedplekken creëren en daadwerkelijk ter plekke de dieren beschermen door delen af te sluiten voor publiek. Het resulteerde in een gestage groei van het aantal kraanvogels. Ook op andere plekken in Nederland kwamen ze tot broeden.

Fotograferende liefhebbers
Nu, in 2021, zijn er maar liefst 46 paartjes geteld in Nederland. Daarvan bouwden 40 een nest en legden eieren. In totaal zijn er 36 kuikens geboren en 21 uitgevlogen. (bron kraanvogel.net) Wat een prachtig resultaat! Dat het desondanks nog wel eens gruwelijk misgaat illustreert het volgende verslag van een medewerker van het Fochteloërveen (bron Fochteloërveen.nl). In 2018 werd op een dag gesignaleerd dat een kraanvogel- ouderpaar aan de ene kant van de Fochteloërveenweg heen en weer liep en de kuikens aan de andere kant waren, wachtend op hun eten. Kraanvogels maken hun nest in het hoogveen maar foerageren in de aangrenzende landbouwgebieden. Deze kuikens waren nog maar een week oud, totaal afhankelijk van de ouders.

’s Avonds werd de contactroep gehoord van de paniekerige ouders die hun kuikens niet meer konden vinden. Die waren aan de andere kant van de weg. De kraanvogelouders waren al vanaf half zeven die avond bezig de weg over te steken. Een niet aflatende stroom auto’s, mensen die stopten en fotografeerden, het hield niet op. Niemand kwam op het idee om weg te gaan. Het was immers prachtig, die kraanvogels naast de weg. De medewerker ging naar de mensen toe om de situatie uit te leggen en hen te vragen door te rijden. Er kwamen echter na enkele minuten andere auto’s en steeds gebeurde hetzelfde: was het rustig dan liep het kraanvogelpaar naar de weg om over te steken, maar steeds werden ze weer verjaagd door de auto’s en kijkers. Het roepen was tevergeefs, een kuiken werd dood gevonden in de tuin bij de medewerker. Maar het andere jong dan? Het was al bijna donker, de ouders waren geen meter opgeschoten en drentelden onrustig heen en weer. Na overleg met beheerder Natuurmonumenten is toch besloten in te grijpen. Het jonge kuiken werd nl. gevonden, piepend, vermagerd maar levend. Het jong is bij de ouders gebracht en de situatie leek gered. De volgende ochtend vroeg waren de eerste auto’s al om half zes op de weg. Het kraanvogelpaar liep weer onrustig langs de weg. Enkele uren later vlogen ze weg. Het tweede kuiken werd die dag dood gevonden. Beide gestorven doordat ze zijn verhongerd.

Maatregelen om te beschermen en om te blijven genieten
Dit voorval roept om ingrijpen. Immers, de natuurtoeristen blijven komen, zich van geen kwaad bewust (?). Of om het mooiste plaatje te schieten. De Fochteloeërveenweg -ook als sluiproute populair- werd voorzien van verkeersremmende maatregelen (drempels, versmalling) die enkele jaren  later teniet zijn gedaan doordat er een nieuwe asfaltlaag overheen kwam en er weer snelheid kon worden gemaakt. Maar ook de talloze lesvliegtuigen vanuit Eelde vormen de laatste jaren een doorgaande verstoring van het Fochteloërveen.

Kan het dan niet, de kraanvogel en de mens vredig naast elkaar levend? De groei van de populatie bewijst het tegendeel. Maar er zijn altijd maatregelen nodig om rust en ruimte te waarborgen.

Kraanvogels hebben een natte omgeving nodig. Grote moerasbossen, hoogvenen, broekbossen (een permanent nat en zo nu en dan overstroomd bos), dat zijn hun ideale broedplekken. De kraanvogel is een trekvogel. In de herfst , tussen half oktober en december, vertrekt hij naar het warme zuiden en komt in het voorjaar (eind februari-maart) weer terug in hetzelfde territorium. Het zijn nogal honkvaste vogels en een eenmaal  gevormd stel blijft elkaar hun leven lang trouw. Tijdens de trek voegen ze zich bij andere kraanvogels en dat levert spectaculaire beelden op. De kraanvogels uit het noorden vliegen langs enkele vast routes naar het zuiden. Onderweg zijn er een paar pleisterplekken waar de kleinere groepen zich verzamelen. In Duitsland, is zo’n plek. Op de Diepholzer Moorniederung werden in 2013-2015 maximaal 129.000 kraanvogels geteld. (bron: Sovon) De vogels blijven soms enkele weken op dergelijke pleisterplaatsen om voldoende aan te sterken voor het vervolg van hun reis. Het zijn grote vogels, die hebben wel wat voer nodig voor deze krachtsinspanning. Het moment van vertrek is een gezamenlijke beslissing. De eerste vogels die klaar zijn om te vertrekken spreiden hun vleugels en klapperen wat op en neer. Andere kraanvogels volgen dit voorbeeld om te laten weten dat zij ook weg willen. Uiteindelijk zijn er heel veel kraanvogels  die dit signaal afgeven en is de groep groot genoeg dan stijgen ze op en vervolgen hun reis. Er is dus niet één leider die het vertrekuur bepaalt. Ook de v –vorm waarin ze vliegen wordt gevormd doordat de meest ervaren en sterke vogels elkaar aflossen in het voorop vliegen. (bron: onze wilde natuur.be)

In het voorjaar is de trek naar de broedgebieden veel sneller. Dan willen ze zo vlug mogelijk in de broedgebieden zijn om hun vast plek weer in te nemen of, voor de beginners,  het beste plekje te veroveren.

Liefdesdans en andere rituelen
In deze periode zie je het prachtige baltsgedrag van de kraanvogels. Deze grote vogels, 115-130 cm groot met een vleugelspanwijdte van 120-220 cm  hebben het vermogen om een sierlijk dans uit te voeren. Met hoge sprongen en pirouettes maken ze elkaar luid roepend het hof. Dit gedrag is soms ook te zien wanneer ze in groepen zijn,mogelijk wordt het ook gebruikt om de andere kraanvogels te imponeren. Wanneer een kraanvogel een meningsverschil dreigt te krijgen met een medegroepslid gaat hij plotseling plat op de grond liggen, vermoedelijk om zich onderdanig te tonen en een conflict te vermijden. (Bron:Herman Feenstra, kraanvogeldeskundige Fochteloërveen, via Vogelbescherming)

Zijn ze weer terug in het broedgebied, dan volgt het ritueel waarvoor ze zijn gekomen: paren, kuikens uitbroeden en grootbrengen. In ondiep water maken ze een soort platvorm van gedroogd planten waarin meestal twee eieren worden gelegd en bebroed. Om niet op te vallen als er gevaar dreigt, bedekt de kraanvogel zich op het nest soms met plantmateriaal. De broedperiode is vanaf april en na 30 dagen komen de kuikens uit het ei. Nog dezelfde dag kunnen de kleintjes het nest verlaten, maar ze vliegen pas na ongeveer 9 weken korte stukjes. Ze blijven de eerste 3-6 jaar bij de ouders in de buurt, dan zijn de jongen zelf geslachtsrijp.

De kraanvogel eet het grootste deel van het jaar plantaardig, waaronder eikels, maïs en andere oogstresten. In het broedseizoen kunnen ze wel wat meer krachtvoer gebruiken en eten insecten, amfibieën of kleine zoogdieren.  Niet dat ze nu op jacht gaan of zoiets, nee, de kraanvogel wandelt rustig rond terwijl hij op de grond speurt naar iets lekker. Het is en blijft een elegante vogel. Hij (en zij)  heeft er dan ook het uiterlijk voor: lange benen, een mooi grijs verenpak eindigend in een volle staart die bijna struisvogelachtig aandoet. Hij heeft een lange hals en op zijn kop een kale plek die rood gekleurd is. Met zijn korte snavel kan hij goed in de vochtige bodem woelen. Kraanvogels kunnen 30-40 jaar worden. Ze hebben een enorm verspreidingsgebied waardoor de kans op uitsterven gering is. Nadelige factoren kunnen zijn dat broed- en foerageergebieden vaak worden versnipperd door de aanleg van wegen en recreatiemogelijkheden. In ons land staat de kraanvogel als ‘gevoelig’ op de rode lijst, omdat er nog niet zoveel broedparen zijn. Dankzij goed natuurbeheer en voorlichting is er de hoop dat dit aantal blijft groeien. Er is ruimte genoeg in Nederland voor de kraanvogel.

Overzicht: Vogels