11 januari 2024
Een avond over de havik

Het was aan alles te merken: de zaal was tot de laatste stoel bezet met pure natuurliefhebbers. Ze waren gekomen om meer te horen over die prachtige roofvogel: de havik. In een nieuwsgierige, ontvangende sfeer deed Willem van Manen zijn verhaal.

Van Manen is SOVON medewerker en erkend roofvogelspecialist.  Hij heeft in zijn werkgebied in het midden van Drenthe jarenlang onderzoek gedaan naar het leven van de havik. Dit werd inzichtelijk gemaakt door realistische foto’s, boeiende verhalen en -volgens van Manen- droge statistieken.  Het deskundige publiek kon dit laatste echter zeer waarderen, het maakte het verhaal kloppend en begrijpelijk.

Meer-minder
Er zijn tijden geweest dat het goed ging met de haviken in het leefgebied te Drenthe. Het aantal broedparen  ging op en neer. Toen in de jaren 70 van de vorige eeuw een verbod kwam op het gebruik van verdelgingsmiddelen als bv. DDT , steeg de populatie dusdanig dat er sprake was van de hoogste dichtheid in Europa. Er waren zoveel haviken op zo’n relatief klein gebied,  dat het geen moeite kostte er eentje te bewonderen. Dat is inmiddels veranderd. Het aantal haviken is met factor 3 afgenomen. De havik dreigt nu een zeldzame vogel te worden. Is dat erg? Van Manen denkt van niet. Het aantal haviken ligt nu veel meer in lijn met de rest van Europa. Een kleine populatie hoeft geen alarmroep te zijn.

Aanpassingsvermogen
Het leefgebied van de havik in Drenthe is in de afgelopen eeuw enorm veranderd. Van Manen toonde met geografische kaarten aan dat stedenbouw, schaalvergroting in de landbouw en bosbouw zorgden voor een andere biotoop met minder plekken geschikt voor de haviken.

Maar steeds vond de havik voldoende voedselgebieden om te overleven. Tot  de periode na 1990 . Een opzienbarend onderzoeksresultaat toonde de relatie tussen de ineenstorting van de populatie konijnen en postduiven,  en de afname van de haviken. En dat niet alleen. Veel andere prooidieren zijn verdwenen of sterk afgenomen. Denk daarbij aan vogels die tussen de 100 en 1000 gram wegen. Je zag het effect bij de jonge haviken. Deze ‘pullen’ hadden een beduidend mindere conditie dan voorheen. Maar de havik lijkt zich aan te passen aan minder voedsel, want hun conditie stabiliseert inmiddels. Ook het feit dat de havik niet meer de toppredator is in het gebied door de komst van de zeearend en de oehoe, speelt een rol. Meer jagers , minder prooidieren.

Waar is de havik?
Het is soms een hele toer de havik te vinden, nu ze niet meer zo talrijk zijn. Van Manen kent de plekken en heeft in al die jaren zeer veel haviknesten bezocht om de vogels te ringen en te onderzoeken. De lariks is een favoriete boom vanwege zijn kransvormige takkenstelsel met ruwe takken. Daar kun je mooi een nest op maken, wat soms wel 10 jaar blijft bestaan. Een douglasspar wordt ook wel gebruikt, maar vaak glijden de nesten er uit, omdat de takken glad zijn. De havik is niet zo kieskeurig. Zijn er alleen loofbomen in de buurt, dan maakt hij daar een nest. In het nest bevindt zich altijd een laagje groen. Sparrentakken, of klimopbladen etc. Men denkt dat dit om sanitaire redenen wordt gedaan. Haviken zijn uiterst proper en ieder laagje viezigheid wordt in het nest bedekt met groen. Je vindt zelden prooiresten, aldus van Manen. Opvallend is dat vlak voor de eieren uitkomen er vaak jonge spreeuwen als prooi in het nest liggen. De natuur heeft het zo uitgekiend dat jonge spreeuwen “beschikbaar “zijn op het moment dat de haviken uit het ei komen. Het eten staat direct klaar. De havik heeft speciale plekken waar hij zijn prooien plukt, vaak in de buurt van de nestboom. Goed op de bodem kijken dus, wil je een havik vinden. Vaak liggen er ook wel veren van de havik (het vrouwtje ruit op het nest) en witte flatsen poep.

Portret
De havik, een roofvogel die zijn plek heeft weten te vinden in Drenthe. Een dier wat zich kan aanpassen aan mindere omstandigheden die vaak veroorzaakt zijn door de opdringende mens. Een vogel die zelf heeft gezorgd voor ‘instandhouding’, zónder bemoeienis van de mens. Misschien is dat nog wel het allersterkste!  

Ontwerp en vormgeving Marije Geertsma