Herfst, tijd voor paddenstoel en spin
Herfst, tijd van paddenstoelen, maar néé, geen paddenstoelen deze keer. Daar heb ik eerder al over geschreven, niet weer in herhaling vallen. En welk natuurblad je ook maar opslaat, overal staan in deze tijd artikelen over paddenstoelen. Maar toch, ik heb toch wat met paddenstoelen. Veel liefhebbers vinden dat er dit jaar weinig zijn. De oorzaak hiervan is de droge zomer geweest, en de regen liet maar op zich wachten. En dit laatste heeft er dit jaar aan gehaperd. Geen regen in de nazomer, te weinig regen in de herfst. En dat wreekt zich, geen bos vol met paddenstoelen dus. Maar voor mij hoeft het bos ook niet vol te staan, dan vind je soms toch nog hele mooie soorten. En als je af en toe een ziet, die prachtige kleuren, en de verschillende vormen. En ze waren er, hele bijzondere, en schitterende soorten, ook dit jaar. Wat te zeggen als je een goudgele hertenzwam vindt, zeer zeldzaam. Wie is er dat geluk beschoren om zo een te vinden, een goudgele hertenzwam. Dit was de derde keer dat ik er ooit een vond. Een goudgele hertenzwam, een zeldzame paddenstoel, en mede door de zeldzaamheid nog mooier als je deze vind.
Paddenstoelen eten
Néé, niet schrijven over paddenstoelen deze keer, maar ik heb nog één ding, en dat is over het eten van paddenstoelen. Enkele dagen geleden lag ik op mijn knieën in een bos enkele kleine zwammetjes te bekijken. En als je op je knieën tussen de bladeren ligt wekt het de belangstelling van anderen. Een oud mannetje was een eind verderop kastanjes aan het verzamelen, en komt naar me toe. Wat zoek jij daar was zijn vraag. Hier staan hele kleine zwammetjes zeg ik, kijk eens hoe mooi ze zijn. De man bekijkt ze, en vindt ze ook mooi. Dichtbij staan grotere waar het oog van de man op valt. Ik vertel hem wat het zijn. En zijn deze ook te eten vraagt hij. Och zeg ik, eigenlijk zijn alle paddenstoelen te eten, enkele soorten zijn taai, anderen hard, maar goed kauwen dan. De man is op zijn hurken tegenover me gaan zitten, denkt even na, en zegt dan, maar zijn ze dan niet giftig. Sommige wel zeg ik, maar niet allemaal, en ik leg hem uit dat je erg voorzichtig moet zijn met het eten van paddenstoelen. U kunt beter doorgaan met het verzamelen van uw tamme kastanjes zeg ik, daar kan geen kwaad van komen. En zo is het.
Consumeren uit de natuur
In ons land worden weinig paddenstoelen uit de natuur verzameld voor consumptie, maar in landen zoals Duitsland, Frankrijk, Italië en andere landen in Oost Europa wordt dat al vele generaties op grote schaal gedaan. En hoe goed ook de mensen daar ervaring en kennis hebben van paddenstoelen, ieder jaar vallen daar vele slachtoffers omdat ze toch giftige soorten hebben verzameld en gegeten. Als je leest in sommige boeken over het eten van sommige soorten die giftig zijn, deze moeten eerst gekookt worden en het kookvocht afgieten. Dan is het gif verdwenen, en kunnen ze verder worden bereid. Nee, dan hoef ik geen paddenstoelen meer te eten. Trouwens, ik ben er op tegen om paddenstoelen uit de natuur te verzamelen. Ze hebben een nuttige functie en daar moeten we ze voor behoeden. Néé, ik zou en ik wou niet over paddenstoelen schrijven.
En passant een spin
Ik kom langs een weg waar in een ruderaal terreintje een hoop hout ligt. Hier ga ik kijken, want op oud hout willen wel eens aardige zwammen groeien. Als ik zo wat rond kijk valt mijn oog op een prachtige dikke spin, een viervlekwielwebspin. Wat een dikkerd, en wat een prachtig dier, maar ook wat een naam. Aan de overkant van de weg staan een paar huisjes. Een oudere man komt naar me toe slenteren. Ik lig weer op mijn knieën, en dat trekt aandacht. Wat doe je daar is de vraag. Kijk hier eens zeg ik enthousiast, en wijs hem op de mooie spin. Och een spin zegt hij, draait zich om en loopt knorrend weg. Ik ben teleurgesteld, graag had ik hem wat willen vertellen over dit mooie beest, maar nu kan ik mijn verhaal niet kwijt. Ook ben ik teleurgesteld dat er mensen zijn die zo weinig begrip hebben voor de natuur zoals deze man. Och een spin. En dan ook nog zo’n mooie, viervlekwielwebspin.
De naam
De naam viervlekwielspin vertelt wel veel. Vier grote vlekken heeft het vrouwtje op haar lichaam wat verder grijsbruin van kleur is. Het is een van de grootste spinnen die we hier kennen. Het vrouwtje kan tot twee centimeter groot worden. Iets groter nog dan een kruisspin, die waarschijnlijk meer bekendheid geniet. Het mannetje wordt niet eens half zo groot. Het web wat ze hebben is een wielweb, een van de meest bekende vormen, en ook het meest afgebeeld.
Vanuit het centrum van het web loopt er een sterke draad naar een schuilplaats waar de spin wacht tot er een prooi in haar web vliegt, en worstelt om er weer uit te komen. Door het trillen van deze signaaldraad gewaarschuwd wanneer er een insekt in het web verstrikt zit, snelt ze naar de prooi waar uiteindelijk weinig meer dan wat onverteerbare resten van overblijft. En ik heb de schuilplaats van deze spin gezien, en zij mij. Ze probeert zich te verstoppen, en als ik voorzichtig aan de andere kant ga kijken kruipt ze terug naar de plaats waar ze eerst zat. Met haar acht ogen zou je denken dat ze een goed zicht heeft, maar dat schijnt op afstand toch niet mee te vallen. Geen mens die ooit door de ogen van een spin heeft kunnen kijken, dus is het nog gissen wat die precies ziet. Herfst is de tijd dat er veel spinnen te zien zijn, ze vangen ieder op hun eigen manier de laatste rondvliegende insekten, en eten zich vol om goed doorvoed de winter in te gaan.
Vogeltrektijd
Maar de herfst is ook de tijd om trekvogels waar te nemen. O ja, de vogeltrek is al lang aan de gang. Velen zijn al aangekomen in het zonnige Afrika, anderen zijn niet verder gegaan dan Zuid Europa, of zijn nog onderweg daar heen. Maar ook bij ons blijven er veel. Het is tijd om uit te zien naar de goudhaantjes in de naaldbossen, de koperwieken en kramsvogels in het veld rond onze dorpen, en als het in de winter krap wordt rond de huizen. En niet te vergeten de beflijster, en misschien notenkrakers, en wie weet nog eens een invasie van pestvogels. En dan al die watervogels zoals eenden, ganzen en zwanen. Goed uitkijken dus. De natuur is en blijft boeiend en spannend, het hele jaar door.
Hans Baron (november 2003)
Overzicht: Columns van Hans Baron