Bokje (Hearsnip)

Je hebt van die vogelsoorten die je nooit ziet, die er wel zijn, maar eigenlijk ook niet zijn. Zo eentje is het bokje. Lijkt sterk op een watersnip, alleen kleiner. Hij is de kleinste van de snippenfamilie, 18-20 cm lang. Zijn snavel is duidelijk korter en dikker. Op zijn flanken heeft hij lichte brede strepen, de watersnip heeft smallere strepen.

Het bokje leeft een verborgen leven en is in de schemering en nacht actief. Hij heeft perfecte schutkleuren en gaat er van uit dat je hem niet ziet…tot je er bijna op staat. Dan vliegt hij stilletjes weg in een rechte vlucht en landt vrij snel weer op een nieuwe plek. De watersnip daarentegen maakt in zo’n situatie veel kabaal en vliegt zigzaggend weg.

Onvindbaar?
Het bokje is een zgn. steltloper. Hij heeft een natte leefomgeving nodig. Denk hierbij aan grote zeer natte hoogvenen met zeggen en wollegras, of de vochtige toendra’s in Scandinavië en Rusland. In ons land is het geen broedvogel. Van half oktober tot in november komt hij wel als schaarse doortrekker bij ons langs en dan is er een kleine kans dat je hem ziet. Een enkele keer blijft hij als wintergast. Hij zoekt dan plekjes in vochtige dichtbegroeide graslanden, modderige oevers, natte heidevelden of duinvalleien. De vegetatie moet kort zijn en hij mijdt zout water . Grappig is dat hij  soms  als strandloper wordt omschreven, maar het bokje moet van een strand bij zout water niets hebben!  Het feit dat hij zo’n verborgen leventje heeft maakt het in kaart brengen van dit vogeltje uiterst moeilijk. Er wordt geschat dat er 500-1000 wintergasten in Nederland zijn (Sovon, 2015) De voorjaarstrek vindt plaats in maart-april. Het bokje geeft er de voorkeur aan in zijn eentje ’s nachts de grote trektochten te maken.

Doordat er overal afname is van de natte leefgebieden waar het bokje van afhankelijk is, wordt deze soort bedreigd in zijn bestaan. Er zijn geen gegevens over de stand van de Europese populatie. Het bokje wordt in landen als Denemarken en Frankrijk nog steeds bejaagd. Er is desondanks nog geen reden om hem op de rode lijst te plaatsen.

Verborgen gezinsleven
Bokjes doen er zelf alles aan om te overleven. Het vinden van een partner gaat gepaard met een baltsvlucht die er ingewikkeld uit ziet. Het mannetje zingt een lied in drie delen. Met enige fantasie zou je bij het middelste lied een galopperend paard kunnen herkennen. Of het gevormde koppel trouw is aan elkaar is niet bekend.  Ze hebben jaarlijks één of twee legsels met meestal vier eieren. Man en vrouw broeden beide en na drie weken komen de jongen uit het ei. Ze worden door beide ouders verzorgd en beschermd. Na een kleine drie weken gaan ze zelfstandig de wereld verkennen. Mogelijk helpt hun verborgen leefwijze hen  in het voortbestaan.

Voedsel is meestal geen probleem, ook niet voor de jongen. Wormen, insecten en larven, slakjes, plantendeeltjes en zaden staat allemaal op hun etenslijstje. Het bokje beweegt het lichaam ritmisch heen en weer bij het prikken van de snavel in de natte grond. Zo vindt hij de wormen en slakjes snel. Etenstijd is vaak in de schemering of ’s nachts. Het foerageren doet het bokje graag alleen of in kleine groepjes. Een zelfstandig vogeltje in het verborgene levend, soms dichtbij de mens zonder dat die er erg in heeft. Het bokje is de mens te slim af!

Overzicht: Vogels