
Kleine Zwaan (Lytse swan)
Wintergast
Wanneer het september wordt, begint de onrust in de vogelwereld toe te nemen. Veel vogels willen weg voordat het winter is. De trektochten beginnen. Er zijn ook vogels die juist hier bij ons komen om te overwinteren. Eind september komt de kleine zwaan. Ze hebben gebroed op de Syberische toendra’s en zoeken nu vochtige gebieden met meren, wetlands en boerenland. In Nederland is dat volop te vinden, dus komt er ook een flinke groep hierheen. Sovon tellingen noemen aantallen van 7600 – 11.000 (2013-2015). Sinds 1995 lopen de aantallen terug. De soort staat op de Europese rode lijst dan ook als bedreigd geregistreerd.

Waarschijnlijk vanwege tegenvallende broedresultaten op de toendra’s. Maar er is nog niet veel van bekend. Mogelijk heeft ook de teruglopende habitat (uitbreiding landbouw), klimaatverandering, voedselschaarste tijdens de trektocht of het kortere verblijf in Nederland er mee te maken. Want ook de plekken in Nederland staan onder druk. Het gebied waar ze foerageren zoals bv. het Veluwemeer, wordt vaak verstoord door de aanwezige kite surfers.Ook al is dit deel afgesloten voor recreanten, kite surfers “vliegen’ soms verder dan is toegestaan.
De kleine zwaan overwintert niet alleen bij ons, ook in Denemarken, Duitsland en Groot-Brittanië. Ruim de helft van de wereldpopulatie bevindt zich in Nederland. Eind maart vertrekken ze weer, maar er is zoals hierboven al genoemd een tendens dat ze steeds eerder weggaan. Veel kleine zwanen gaan al in december-januari terug naar hun broedgebieden. (bron: vogelbescherming)
Als ze bij ons arriveren gaan de zwanen eerst naar de grote meren, zoals Lauwersmeer, Veluwemeer en IJsselmeer. Daar smullen ze van waterplanten, vooral fonteinkruid vinden ze een lekkernij.
Vervolgens zoeken ze hun voedsel op het land, de akkers en graslanden met smakelijk engels raaigras. En is de dag voorbij dan zoeken ze een slaapplekje op het water en liefst in een natuurgebied, wel zo veilig.
Herkennen
In Nederland kennen we drie soorten zwanen: de knobbelzwaan, de kleine zwaan en de wilde zwaan. De kleine zwaan is de kleinste van deze drie, ongeveer 127 cm lengte van snavelpunt tot staart (knobbelzwaan en wilde zwaan 150 cm). Een beetje gedrongen, vrij rechte, dikke nek, beetje gansachtig. De snavel is geel-zwart, waarbij de gele vlek kleiner is dan bij de wilde zwaan. En geen knobbel zoals op de oranjerode snavel van de knobbelzwaan.
De kleine zwaan is een luidruchtig type, net als de wilde zwaan. Er wordt in de groep heel wat getoeterd en geroepen, vooral als ze op weg zijn naar hun slaapplek. De groep blijft bij elkaar tijdens het foerageren en het slapen. Binnen de groep zijn het allemaal stelletjes met kinderen. Zwanen zijn trouw aan elkaar en de kleine zwaan is daar zeker een goed voorbeeld van. Ze blijven hun leven lang bij elkaar. Wanneer een vogel sterft kan het jaren duren voordat er een nieuwe partner komt.
Kleine zwanen worden gemiddeld negen jaar oud, maar er zijn zwanen bekend die een indrukwekkende leeftijd van 20 jaar hebben bereikt.
Tijdens de trek vliegen grote vogels meestal hoger dan de kleine vogeltjes. De snelheid waarmee een kleine zwaan vliegt is 65 km p/u. Ze hebben een actieve vlucht, d.w.z. dat er geen zweefmomenten zijn.
Als het moment daar is vertrekken ze weer, op weg naar de toendra waar ze broeden en hun nageslacht verzorgen. Ze waren even te gast in ons land. Tot ziens in september!
Artikel van Thymen de Groot, verschenen in Geaflecht maart 2001.
Zwanen
Zwanen behoren evenals de hoenderkoeten, ganzen en eenden tot de orde anseriformes. Binnen deze orde behoren alle zwanen tot het geslacht Cygnus. Over de hele wereld verspreid komen slechts 7 soorten zwanen voor. Dit is dus een zeer kleine groep.
De 7 soorten die voorkomen zijn de :
Knobbelzwaan Cygnus oor
Zwarte zwaan Cygnus atratus
Zwarthalszwaan Cygnus melanocoryphus
Wilde zwaan Cygnus cygnus
Trompetzwaan Cygnus buccinator
Kleine zwaan Cygnus columbianus
Fluitzwaan Cygnus c columbianus
Van deze 7 soorten zijn 6 soorten nominaat vormen. Alleen de Fluitzwaan is een ondersoort van de Kleine zwaan. Alle 7 zwanen soorten zijn ook in Nederland waargenomen. De soorten van wilde herkomst zijn de Knobbel- de Wilde- en de Kleinezwaan. De Zwarthals– de Zwarte- de Trompet- en de Fluitzwaan komen wel in Nederland voor maar deze 4 soorten worden veel als parkvogels gehouden. Een waarneming van een van deze soorten heeft dan ook betrekking op een ontsnapte parkvogel. Met name de Zwarte zwaan voelt zich goed thuis in de Nederlandse natuur. Deze soort broed dan ook met succes in Nederland.
De Kleine zwaan is een opvallend stuk kleiner dan de Knobbelzwaan.
De Kleine zwaan houd de lange nek meestal kaars recht terwijl de Knobbelzwaan de nek in een sierlijke bocht houd. Dit is een goed verschil tussen beide soorten. De Kleine zwaan heeft een korte gele vlek op de basis van de zwarte snavel. Ook dit is bruikbaar voor de determinatie. De Kleine zwaan is een echte wintergast in Nederland. In het zomer halfjaar is de Kleine zwaan niet in Nederland aanwezig. Mits oktober verschijnen de Kleine zwanen in grote groepen in Nederland. Als Foerageergebied zoekt de Kleine zwaan vaker bouwland dan grasland. Met name op de Kollumerwaard kunnen in de winter vele honderden Kleine zwanen aanwezig zijn. Mits april vertrekt de Kleine zwaan weer naar zijn broed gebieden die in arctisch Rusland liggen.

Overzicht: Vogels