
Visdief (wytstirns)
Vaak zegt de naam iets over een dier. Het vertelt hoe er naar het dier wordt gekeken. Bij ons heet de Sterna Hirundo: Visdief, meestal visdiefje genoemd. Zien wij deze vogel als een dief van vis? Of zegt het misschien iets over de snelheid waarmee hij een visje pakt? De engelsen en fransen zijn het er wel over eens: common tern en sterne pierregarin wil allebei zeggen dat het een stern is met iets gemeenschappelijks, één van de sternsoorten. Maar de mooiste is de duitse naam: flusseeschwalbe, de zwaluw van de zee. En ja, de visdief heeft een diepgevorkte zwaluwachtige staart en is vrij slank gebouwd. Het is een sierlijke zeevogel, die echter het meest verwant is aan de meeuwen. Behorende tot de familie stern waar hij een ‘aparte vogel’ is. Want de visdief broedt op vele plekken in veel meer klimaatzones dan andere sterns.

Je kunt ze vinden van de rand van de Noordpool tot aan vochtige, warme tropen. Wytstirnsen noemen de friezen hen. Man en vrouw zien er hetzelfde uit: een wit verenpak met een zwarte schedelkap doorlopend tot in de nek en een fel oranje snavel met zwarte punt.
Meeste visdieven broeden in Nederland
Hoe gaat het met het visdiefje in onze omgeving? ‘Onze’ visdiefjes overwinteren aan de Westafrikaanse kust, van Mauretanië tot Nigeria. Ieder voorjaar komen ze hier broeden .Visdiefjes zoeken hun de nestelplaatsen weer op waar ze geboren zijn (bekend is dat er ooit een paartje 17 Jaar lang op dezelfde plek terugkwam) . Deze bevinden zich in een natte omgeving. Aan de kust, op vlakke rotsen en bij grote meren in het binnenland. Het liefst op kale open plekken of op eilandjes, zodat ze predatoren goed in de gaten kunnen houden. Ze vinden soms ook broedplekken op grote platte daken die met kiezelstenen zijn bedekt. Het zijn koloniebroeders, ze komen dus niet met z’n tweetjes, maar met een heleboel. En dat kan voor overlast zorgen met name op de platte daken. Andere plekken komen in de verdrukking doordat ze verdwijnen. Recreatie, teveel begroeiing en veranderende bestemming van de grond zorgt ervoor dat broedgebieden schaars worden. Omdat visdiefjes graag op een eilandje broeden, wordt er sinds meerdere jaren op diverse plekken (ook in de gemeente Opsterland) voor vlotjes in het water gezorgd. En dat blijkt succes te hebben. Zo is er een kunstmatig eiland in het IJsselmeer aangelegd (De Kreupel). Rond het IJsselmeer ging het slecht met de visdiefjes doordat hun belangrijkste voedsel de spiering, door overbevissing bijna verdween. Op de Kreupel en ook op de Marker Wadden zijn intussen veel visdiefjes neergestreken om te broeden. Er is blijkbaar weer voldoende voedsel te vinden.
Nederland is met zijn delta’s een belangrijk land voor visdiefjes. Hier broeden de meeste visdieven van West Europa. In de broedkolonies zijn andere sternen zoals de noordse stern welkom. Maar ook kokmeeuwen vinden er een plekje. Onderling kunnen de vogels goed met elkaar overweg maar wanneer indringers zoals de mens daar een kijkje wil nemen, worden ze agressief. Met duikvluchten vlak boven het hoofd vallen ze aan en soms pikken ze zelfs en kunnen wonden veroorzaken.
Gevaren de baas zijn
Wanneer ze eind maart, begin april in ons land arriveren, gaan de visdiefjes meteen aan de slag met de voortplanting. Dat begint met een mooie baltsvlucht. Hoog in de lucht is de meest spectaculaire balts te zien. Bij deze visvlucht, waar bij één van de partners een visje in de snavel draagt, vliegt het paartje ruim honderd meter de lucht in en cirkelt daar met wat schokkerige vleugelslagen om elkaar heen. Tijdens de daling probeert de één het visje uit de snavel van de ander te stelen.
Wanneer ze weer overtuigd zijn van hun relatie wordt er een nest gemaakt. Niet teveel werk, een kuiltje in de grond bekleedt met schelpjes, gras of zeewier is snel gemaakt. Hun territorium in de kolonie is een cirkel van een paar vierkantje meter rond het nest. Meestal zijn er twee of drie eitjes die door beide ouders beurtelings ongeveer drie weken worden bebroed. De kuikens verlaten al vanaf de tweede dag het nest om binnen het territorium een verstopplekje te zoeken in de bodembegroeiing of achter een steen. Het zit er dus al vroeg in: hoed je voor de vijand. Na ruim drie weken kunnen de kuikens vliegen. Ze worden nog lang gevoederd door hun ouders nadat ze hun geboorteplek hebben verlaten. Visdiefjes hebben vaak nog een tweede legsel.
Voedselschaarste
Het voedsel bestaat uit kleine visjes, kreeftjes , garnalen, wormen en larven van waterkevers en kikkers. Visdiefjes vertrouwen op hun vliegkunsten bij het zoeken naar voedsel. Ze vliegen met een recht naar beneden gerichte snavel over het water, staan soms ‘biddend’ stil in de lucht en duiken dan het water in om meteen weer omhoog te komen met een visje in de snavel. Naast de bedreiging van hun broedgelegenheden is een gebrek aan voedsel vaak de oorzaak dat legsels mislukken. Kuikens verhongeren doordat er onvoldoende eten is te vinden.
Bedreigd voortbestaan
Visdiefjes zijn al honderd jaar lang slachtoffers van menselijke gedragingen. Rond 1907 werden ze geschoten vanwege een rijke-dames modegril: de veertjes stonden zo mooi op de hoeden en werden een statussymbool. Dit leidde dankzij ingrijpen van vogelbeschermers tot de vogelwet in 1930 waarbij een verbod op deze rare gril tot stand kwam. De populatie visdiefjes nam weer toe tot 45.000. Maar er kwamen meer rampen. In de tweede wereldoorlog werden visdiefjes zwaar bejaagd en hun eieren massaal geraapt. Ook hierop volgde een herstel tot in de jaren vijftig. Toen werden talloze visdiefjes slachtoffer van vervuild oppervlaktewater en giftige pesticiden. In 1960 waren er nog maar 5000 broedparen aanwezig, een absoluut dieptepunt. Nadat ze ook deze ramp hadden doorstaan ging het geleidelijk aan beter met de aantallen visdiefjes. Dankzij veel inzet van vogelbeschermers en een veranderende maatschappij groeide de populatie tot ongeveer 20.000 paartjes. Deze groei lijkt te stagneren. Zoals eerder genoemd staan de broedplekken onder druk, maar ook het teruglopen van het voedselaanbod is zorgelijk. In 2015 en 2016 overleefden er nauwelijks kuikens door voedseltekorten. In 2017 was het opeens een heel goed jaar met veel broedsuccessen. Dat hangt ondermeer samen met de hoeveelheid kleine visjes zoals spiering in het IJsselmeer. Dat fluctueert én er wordt veel op gevist. Opnieuw zetten vogelbeschermers zich schrap om deze onbalans bekend te maken met als gevolg dat er een (tijdelijke) beperking kwam op de spieringvisserij. De dans rond het visdiefje is nu in rustiger water gekomen, maar ze zijn nog lang niet in de aantallen van een eeuw geleden terug in ons land. Intussen vliegen ze sierlijk door de lucht en laten ons genieten van hun verschijning.
Overzicht: Vogels