Waterral

Onzichtbaar
Je hebt van die dieren die zich het liefst onzichtbaar voortbewegen in het leven. De kans dat je deze vogels kunt zien is daarmee bijna verkeken. De waterral is er zo eentje. Bijgaande foto’s geven aan dat het Tjeerd Geertsma toch is gelukt deze vogel te fotograferen. Een portie geluk en kennis in één moment! Waterrallen leven tussen dichte oevervegetaties, in moerasgebieden met riet en drassige plekken maar ook in stadsparken met riet. Deze vogels kun je jaarrond in Nederland bewonderen.

Waterrallen die hier broeden gaan overigens graag in de winter naar Engeland en Frankrijk en trekkers uit Noord- en Oost Europa komen hier overwinteren. Maar onze broedvogels blijven steeds vaker gewoon in Nederland. Ze profiteren van de veranderingen in het klimaat. De zachte winters geven hen de ruimte om voldoende voedsel te vinden.

Speenvarken
Je ziet ze moeilijk maar je kunt ze des te beter horen. Wat is dat toch met de waterral, dat hij gilt als een speenvarken, een grote variatie heeft aan knorrende, schreeuwende en trillende geluiden (meest in de schemering en nacht hoorbaar) en tegelijkertijd zich zo onzichtbaar mogelijk maakt? Wil hij laten weten dat het zijn gebied is? Het is niet de bedoeling dat andere waterrallen zich bij hem voegen, een waterral is het liefst alleen. Behalve in de broedtijd uiteraard.

Voelt hij zich veilig dan struint hij graag rond tussen de vegetatie op zoek naar voedsel. Maar wanneer de waterral merkt dat er iemand iets in de buurt is blijft hij doodstil staan of maakt zich rennend uit de voeten. Waterrallen vliegen niet graag en als ze dat doen is het maar een kort stukje om zich elders te verbergen. Ze nemen de moeite niet om hun poten in te trekken, die bungelen tijdens de vlucht onder het lijf (iets wat alle ralsoorten doen). Alleen op trektocht gaan de poten gestrekt naar achteren,  voor de aerodynamica.

Dagelijks leven
De lange wijdspreidende tenen zorgen ervoor dat een waterral moeiteloos over begroeiing van natte gebieden kan lopen. Daarbij heeft hij een slanke, een beetje afgeplatte lichaamsbouw en dat zorgt ervoor dat hij zich soepeltjes door het riet kan bewegen. Op zoek naar voedsel. Met de rode puntige snavel wroet hij in de bodem. Hij eet graag wormen, bloedzuigers, kreeftjes, kikkers, slakken, spinnen en andere insecten.Maar tussendoor een plantenwortel of wat aas gaat er net zo lekker in. Bij voedselschaarste gaat de waterral zelfs achter vogeltjes aan. Ooit zag men een keer hoe hij een vogeltje onder water hield tot deze was verdronken.

In het prille voorjaar (eind maart) heeft de waterral andere besognes. Hij moet op zoek naar een vrouwtje, de voortplantingsdrift maakt hem wakker. Vrouwtjes versieren de man door zacht zoemende geluiden te laten horen en opzichtig rondom hem te rennen en tenslotte de snavel tegen de zijne te wrijven. Man ral poetst de halsveren van het vrouwtje en dan zijn ze een stel en wordt er gepaard. Ze draaien er niet omheen, de tijd dringt.

Samen maken ze een nest op de beschutte plek, door de vrouw uitgekozen Een komvormig nest op een ondergrond van zegge of riet gemaakt van riethalmen en bekleed met bladeren. Het vrouwtje legt 9-11 eieren en om de beurt broeden ze in een week of drie de eieren uit. Ze lossen elkaar eerlijk af om de twee uren. De jonge kuikentjes zijn met zwart pluis bedekt. Het zijn nestvlieders, ze stappen al snel het nest uit, maar blijven wel in de buurt. In het begin worden ze door de ouders om de tien minuten gevoerd maar ze kunnen al snel zelf eten vinden en scharrelen rond. Na zeven of acht weken zijn ze geheel zelfstandig. Eerst krijgen ze maden en vlokreeftjes en later wat grotere happen zoals spinnen. Ooit nam iemand waar dat een kuiken de spin niet kon doorslikken en weer uitwierp. De ouder pakte de spin op, ontdeed deze van de poten en voerde het opnieuw aan het jong, nu met succes. Zorgzame ouders met pasklare antwoorden…Zodra de jongen op eigen benen staan gaan de waterralouders opnieuw  bezig met de voortplanting. Hun broedseizoen duurt tot in augustus, een tweede nest is dus mogelijk.

Groei
Het aantal waterrallen neemt vanaf 1990 toe en is de laatste jaren vrij stabiel. Broedparen: 2800-4700 (2018-2020, SOVON). Dit is te danken aan de zachte winters en uitbreiding van leefomgeving. Er zijn meer natte natuurgebieden aangelegd. In de Oostvaardersplassen zijn soms meer dan 100 paren aanwezig. En ook op plekken als de Weerribben en de Wieden, de Onlanden rond Groningen of in kleinere gebieden als het Bargerveen, kun je de waterral met enige moeite vinden. Strenge winters en verdroging van moerasgebieden vormen meteen een dip in de groei. Het is voor de waterral daarom van groot belang dat er voldoende natte leefgebieden blijven.

De waterral komt in heel Europa voor, waar het klimaat tenminste vriendelijk voor ze is. Op een koud eiland als IJsland maken de waterrallen dankbaar gebruik van de warme lavastromen die de moerasgebieden opwarmen. Slimme vogel, die waterral.

Overzicht: Vogels