Zeearend (Goesearn)

Hij wordt de vliegende deur genoemd, maar eigenlijk is dat een onterechte naam. Want het is geen stijve deur die daar vliegt. Deze machtige grote, sterke vogel is verrassend sierlijk en wendbaar. Ja, zijn spanwijdte is net zo groot als een gemiddelde deur, dat is een handig weetje. De zeearend vliegt vanaf een boomtak weg met trage vleugelslagen afgewisseld met een zweefmoment. Vanaf de grond springt hij de lucht in en vliegt weg zonder een aanloop te hoeven nemen zoals zwanen dat doen. Een krachtige prestatie voor een vogel van ongeveer 7 kilo. Met hulp van de thermiek stijgt hij tot grote hoogtes.

Nederlander geworden

In Nederland is deze bijzondere gast sinds enkele jaren gevestigd als broedvogel. Verspreid over het land zijn er stelletjes die in hun majestueuze nesten één of twee jongen grootbrengen. En Nederland zou Nederland niet zijn als er geen werkgroep voor dit dier is opgericht. De werkgroep Zeearenden volgt de vogels sinds 2017 en doet uiterst nuttig werk t.a.v. bescherming en onderzoek.

Foto: Siebe Bouma
  • In 2006 werden de eerste zeearenden gezien in de Oostvaardersplassen. Ze begonnen te broeden tussen 2013 en 2015 en verspreiden zich over ons land. Het gaat niet zo snel, want zeearenden zijn pas geslachtsrijp als ze vijf of zes jaar zijn. Maar de gang zit er nu goed in. Inmiddels zijn er in 2020 maar liefst 20 broedparen geteld (SOVON).  Zeearenden zoeken waterrijke gebieden als leefomgeving. Meren, grote rivieren en moerasgebieden zijn favoriet.

Bescherming nodig

Een volwassen zeearend heeft hier geen natuurlijke vijanden. De eieren en jonge kuikens lopen wel gevaar door aanvallen van marters en andere roofvogels en een nest kan mislukken door verstoring door de mens. Dat is wel anders geweest. De zeearenden die verbleven in Noord- en Midden Europa hadden in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw te maken met vervolging en vergiftiging. Er werd veel gif gebruikt in de natuur(DDT). Zeearenden die aas aten kregen zo grote hoeveelheden pesticiden binnen over een lange periode. Ook werden zeearenden door mensen gezien als predatoren van ganzen en eenden. Daarom moesten ze afgeschoten of vergiftigd worden. Daarnaast werd hun leefgebied kleiner door toenemende bevolking en economische ontwikkelingen. Doordat ze beter werden beschermd en pesticiden werden verboden, ging het weer bergopwaarts. Vooral in Duitsland ontstond een grote populatie die ervoor zorgde dat de zeearend ook Nederland aandeed. De zeearend is door de eeuwen heen een wisselende bewoner van Nederland geweest. Oudste fossiele resten wijzen erop dat ze hier aanwezig waren in het Pleistoceen tijdperk, dat is zo’n 2,5 miljoen jaar geleden. Hier heerste toen een bijna subtropisch klimaat, warm en vochtig. Afhankelijk van het klimaat in de daaropvolgende eeuwen bleven ze hier of vertrokken weer, zoals in de 6 ijstijden die zich voordeden in dat tijdperk. Waren de omstandigheden verbeterd, dan keerden ze terug.(bron: naturalis) Zeearenden zijn dus gevoelig voor klimatologische omstandigheden.

Aardig voor elkaar

Zeearenden zijn sociale dieren. De jongen zoeken elkaar vaak op nadat ze vliegvlug zijn geworden. De zeearend heeft geen territorium, hij vindt het geen probleem vlakbij soortgenoten te zijn, ook niet tijdens de broedperiode. Door middel van zijn baltsvlucht heeft de zeearend duidelijk gemaakt aan soortgenoten wat zijn broedplek is. De anderen ondernemen geen actie om dichterbij te komen. Een enkele keer is er zo’n durfal die het wel probeert en dan komt het tot een gevecht. Tijdens zo’n zeldzaam gevecht zie je hoe wendbaar zeearenden zijn. Ze grijpen elkaar vast met hun klauwen en gaan al tollend door de lucht. Een ware prestatie met die enorme vleugels!

Zeearenden blijven hun leven lang binnen hun broedgebied. In de herfst – winterperiode (september-februari) zijn er trouwens meer zeearenden te zien in ons land op allerlei plekken. Ook in Opsterland kun je ze tegenkomen. Dit zijn jonge zeearenden die rondreizen; Nederlandse, maar ook afkomstig vanuit het buitenland. Zolang ze nog geen partner hebben gaan ze de wijde omgeving verkennen. Even de wilde veren kwijtraken. ’s Winters wordt hun aanwezigheid veelal bepaald door het aanbod van voedsel.

Voedsel voor een hele grote vogel

Wat eet een zeearend? Het zijn grote vogels, dus ze lusten wel het één en ander. Hij zoekt het voedsel vanuit een zitplaats maar ook vliegend. Een zeearend kan al vliegend een prooi vangen. Een geliefde tactiek is om zijn prooi uit te putten. Hij kan wel tot 50 keer achtereen duikvluchten maken op een zwemmende eend, gans of meerkoet. Deze is op het laatst te moe om te duiken zodat het een makkie wordt voor de zeearend om het dier uit het water te pikken. De zeearend vangt vis op een andere manier dan een visarend. Die doet dat met een spectaculaire stootduik en gaat daarbij het water in, de zeearend pakt met gestrekte tenen een aan het oppervlakte zwemmende vis. In winterperiodes zit hij wel eens bij een wak, wachten op een naar adem happende vis.

Maar hij is niet zo kieskeurig, hij snackt graag jonge kuikens en aas zoals een dood of verzwakt dier

En om het nog gemakkelijker te maken pikt hij wel eens voedsel van collega-vogels.

Zorgen voor het gezin

Het voedselaanbod bepaalt grotendeels waar zijn broedplek komt. Heeft de zeearendman een vrouw gevonden dan zoeken ze samen een hoge boom uit om het nest te maken. Mangaat flink  aan het werk en sprokkelt takken bijeen. Zijn methodes zijn  om op een tak te springen die doorbuigt totdat het krakt, of om een tak op de grond te zoeken. Om te bepalen of deze sterk genoeg is hupt hij op de tak. Een derde manier is om een tak af te bijten. De snavel als snoeischaar! Het nest is groot en zwaar. Omdat een zeearendpaar hun leven lang bij elkaar blijft en het nest vaak hergebruikt, wordt dit jaarlijks opgeknapt. Daardoor kan zo’n nest wel duizend kilo wegen na meerdere jaren.

Het legsel bestaat uit één tot drie eieren. De broedduur is 38 dagen, vaak komen niet  meer dan twee eieren uit. Man en vrouw broeden om de beurt op de eieren. Het eerste ei kan half februari al gelegd zijn. De jongen blijven nog zo’n 80 tot 90 dagen op het nest. Eenmaal vliegvlug zijn ze nog wel twee maanden afhankelijk van hun ouders. Je ziet ze dan ook wel eens uitrusten op het ouderlijk nest. Maar daarna moeten ze zelf de wijde wereld in. Pas na 4 of 5 jaar zijn de jonge vogels volwassen en krijgen uiteindelijk hun grote-vogels-kleed: een gele snavel, lichte kop en een witte staart. Jonge vogels hebben een bruin-zwarte kop én snavel en geen witte staart. En dan maar hopen dat ze zich ergens in ons land gaan vestigen. Zeearenden kunnen 20 jaar worden, lang genoeg om volop te genieten van deze schitterende vogels.

Overzicht: Vogels

In de Geaflecht zijn de afgelopen jaren diverse artikelen verschenen over de Kerkuil